Het was koud, dus er leefde bijvoorbeeld de Mammoet
Omdat het koud is, waren er niet veel bomen, maar vooral grassen/struiken/mos
Heel veel zeewater lag als sneeuw op het land: Noordzee was droog
Door de westenwind werd zand vanuit de Noordzee geblazen over Nederland
Grens van het ijs; zie afbeelding
De Rijn begon zuidelijker te lopen
Onder het ijs ontstonden dieptes
"Aan de voorkant van het ijs" ontstonden heuvels (Veluwe!)