This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Vak: Onvoorziene en crisissituatie
Fase: 4
Docenten: Frank van Aken, Ikram Smaili
Slide 1 - Slide
Programma
Wat?
Hoe lang?
Opening + terugblik
20 minuten
Lesdoelen
5 minuten
Verschillende soorten agressie
30 minuten
Opdracht soorten agressie
15 minuten
Hoe te handelen bij agressie
10 minuten
Vooruitblik eindopdracht
15 minuten
Zelfstandig aan het werk
25 minuten
Afsluiting les
10 minuten
Slide 2 - Slide
Terugblik
Hiernaast staan 12 woorden verstopt.
Zoek de 12 woorden op. Ze staan horizontaal, verticaal en diagonaal
Bedenk wat ze te maken hadden met de vorige les
Je hebt 15 minuten de tijd
De blauwe A hoort NIET bij een woord
Slide 3 - Slide
Terugblik
Financieel
Lichamelijk
Opvoeding
Radicalisering
Geestelijk
Materieel
Overschrijden
Religie
Grenzen
Normen
Pesten
Waarden
Wat hebben de begrippen te maken met de vorige les?
Slide 4 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je uitleggen welke verschillende vormen van agressie er zijn
Aan het einde van de les weet je wat je kunt doen bij agressief gedrag
Slide 5 - Slide
Lesdoelen
Waarom is dat belangrijk:
De kans is groot dat je op een moment te maken gaat krijgen met agressie. Het is belangrijk dat je weet hoe je dan kunt handelen
Slide 6 - Slide
Waar denk je aan bij het woord 'agressie'?
Slide 7 - Mind map
Twee soorten agressie
Er bestaan twee verschillende soorten agressie:
Bewuste agressie: agressie die iemand doelbewust inzet (iemand die anderen wil intimideren)
Onbewuste agressie: agressie die niet zo bedoeld is (iemand met dementie)
Slide 8 - Slide
Verschillende vormen van agressie
Verbale agressie
Psychische agressie
Fysieke agressie
Instrumentele agressie
'Witteboordenagressie'
Frustratieagressie
Slide 9 - Slide
Verbale agressie
Slide 10 - Slide
Psychische agressie
Vorm waarbij het slachtoffer psychische schade wordt toegebracht.
De agressor bedreigt, chanteert of vernedert
Slide 11 - Slide
Fysieke agressie
Bij fysieke agressie is er sprake van lichamelijk contact tussen agressor en slachtoffer
Vaak zie je voorafgaand aan fysieke agressie verbale agressie
Slide 12 - Slide
Instrumentele agressie
Bij instrumentele agressie zet de agressor agressie in als instrument om een doel te bereiken.
Vaak zie je dat de agressie stopt als de agressor zijn/haar doel bereikt heeft.
Belangrijk om de agressie zo snel mogelijk te benoemen en te doen stoppen.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Witteboorden agressie
Valt onder instrumentele agressie. Hier wordt niet bij gescholden of geschreeuwd. Er is sprake van ogenschijnlijk vriendelijk gedrag waarbij de agressor de gesprekspartner kleineert / vernedert / rondcommandeert
Slide 15 - Slide
Frustratieagressie
Agressie die ontstaat uit onmacht of teleurstelling
Is vaak onvoorspelbaar en kan plotseling ontstaan
Slide 16 - Slide
In een zorginstelling voor ouderen wordt een begeleider tijdens het helpen van een bewoner plotseling geslagen en geschopt. De bewoner vertoont agressie vanwege verwarring als gevolg van dementie."
A
Verbale agressie
B
Fysieke agressie
C
Instrumentele agressie
D
Frustratie agressie
Slide 17 - Quiz
In een woongroep voor volwassenen met een verstandelijke beperking heeft een bewoner herhaaldelijk gewelddadige uitbarstingen tegen het personeel. Een cliënt heeft moeite met het beheersen van zijn emoties, vooral wanneer zijn dagelijkse routine wordt verstoord. Op een dag tijdens het ontbijt weigert de begeleider hem een extra portie cornflakes te geven. De cliënt reageert hierop door een stoel om te gooien en te schreeuwen naar de begeleider
A
Verbale agressie
B
Fysieke agressie
C
Instrumentele agressie
D
Frustratie agressie
Slide 18 - Quiz
Een client is aan het verven. De client vindt het moeilijk om zijn kwast vast te houden en kleuren te mengen. De client gooit de verf op tafel en begint te schreeuwen
A
Verbale agressie
B
Fysieke agressie
C
Instrumentele agressie
D
Frustratie agressie
Slide 19 - Quiz
In een psychiatrische instelling intimideert een begeleider herhaaldelijk een patiënt door hem belachelijk te maken en te vernederen in het bijzijn van anderen
A
Verbale agressie
B
Psychische agressie
C
Instrumentele agressie
D
Frustratie agressie
Slide 20 - Quiz
Stappenplan agressie de-escaleren
Stap
Wat doe je?
1. Kalmeer de client
Maak contact met de client en ga de strijd niet aan
2. Stel je eigen grens
Vraag de client te stoppen met het agressieve gedrag. Doe dit rustig maar duidelijk
3. Geef consequentie van aan
Benoem wat je gaat doen als de client agressief blijft
4. Stop het gesprek
Verlaat het gesprek en schakel eventueel collega's of beveiliging in
Wat je ook doet: houd ALTIJD rekening met je eigen veiligheid
Slide 21 - Slide
Hoe te handelen bij agressie?
De RED-methode: Respect, Eerlijkheid en Duidelijkheid (bijvoorbeeld: 'Hoe u nu tegen me praat vind ik niet prettig. Ik merk dat ik daar boos/bang/verdrietig/... van word. Ik wil u vragen om op een rustige manier met me te praten')
De STOP-methode: Stoom afblazen, Tot de orde roepen, Opnieuw beginnen, Passen. Vooral te gebruiken bij frustratieagressie
Slide 22 - Slide
Stand van zaken eindopdracht
De eindopdracht bestaat uit een aantal verschillende stappen:
Maak een lijst met onvoorziene situaties die op je stage kunnen gebeuren
Onderzoek welke procedures, wetten en richtlijnen er op jouw stage zijn
Observeren of een onvoorziene situatie gebeurt
Handelen in de onvoorziene situatie
Evaluatie van de onvoorziene situatie
Reflectie op onvoorziene situatie
Procesverslag
Verantwoordingsverslag
Wie is er bij welke stap?
Slide 23 - Slide
Welke behoefte heb je met betrekking tot de eindopdracht?
Slide 24 - Open question
Huiswerk
Lees:
Uit het boek 'Communicatie en gedrag' Thema 13 (Conflicten hanteren en bemiddelen)
Lees de eindopdracht van de module (Sharepoint)
Slide 25 - Slide
Aan de slag
Ga aan het werk met wat voor jou het nuttigst is. Je kunt bijvoorbeeld denken aan:
Herstel van ontwikkelgesprek
Maken van verslagen voor je examens
Werken aan eindopdrachten van modules
Nederlands
Engels
Rekenen
Slide 26 - Slide
Afsluiting
Geef antwoord op de volgende vragen:
Welk onderdeel van de les vind jij de moeite waard om te onthouden?