This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Wat bedoelen we met de breedteligging?
Slide 1 - Open question
Met hoge breedte bedoelen we alleen de gebieden dicht bij de noordpool
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Welk klimaat komt NIET voor op een lagere breedte?
A
gematigd zeeklimaat
B
tropisch regenwoudklimaat
C
savanneklimaat
D
steppeklimaat
Slide 3 - Quiz
Het weer is een gemiddelde over een periode van 30 jaar
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Waar op aarde vind je seizoenen (zomer, winter enz.)?
A
Lage breedte
B
Hogere breedte
Slide 5 - Quiz
Bij welk klimaat hoort deze omschrijving: Hier groeien geen bomen, alleen kleine plantjes en de grond is lange tijd van het jaar bevroren. Dit klimaat is te vinden in onder meer: Canada, Groenland, Noorwegen, Zweden, Finland en Rusland
A
landklimaat
B
toendraklimaat
C
hooggebergteklimaat
D
poolklimaat
Slide 6 - Quiz
De atmosfeer zorgt ervoor dat de temperatuur op aarde geschikt is om in te leven. Wat is de atmosfeer precies?
Slide 7 - Open question
Hoe verder van de evenaar, hoe koeler het wordt. Hoe komt dit?
Slide 8 - Open question
Waarom is het op het noordelijk halfrond in december winter en tegelijk op het zuidelijk halfrond zomer?
Slide 9 - Open question
Tijdens de pooldag is het de hele dag donker
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Bij de korte waterkringloop regent het direct als de wolk boven land komt
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Welk soort regen heb je bij bergen?
A
Stijgingsregen
B
Stuwingsregen
C
Frontale regen
Slide 12 - Quiz
In Nederland hebben we vaak frontale regen. Hoe ontstaat dit?
Slide 13 - Open question
Nederland heeft een gematigd zeeklimaat. Noem een voordeel hiervan
Slide 14 - Open question
Bij een aanlandige wind hebben we in Nederland in de zomer afkoeling van het land en in de winter opwarming van het land
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Uit welke richting komt de wind in Nederland vaak?
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen
Slide 16 - Quiz
Als de wind van het land naar de zee waait dan noem je dat een ... wind
Slide 17 - Open question
Wat zorgt niet voor verschillen in klimaat?
A
Afstand tot de zee
B
Breedteligging
C
Hoogteligging
D
Lengteligging
Slide 18 - Quiz
Wat kunnen we in Nederland merken van klimaatverandering?
Slide 19 - Open question
Als het windstil en zonnig is dan kunnen uitlaatgassen van auto's en fabrieken in de lucht blijven hangen. Welk begrip hebben we voor die vieze lucht?
Slide 20 - Open question
Hoe noem je iemand die metingen doet over het weer en het weer voorspelt?