H3 Woordenschat_ vaste vergelijkingen_ 2TH

Woordenschat H3


Vaste vergelijkingen



 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
nederlandsMiddelbare school

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenschat H3


Vaste vergelijkingen



 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
- Ik kan vaste vergelijkingen herkennen en begrijpen

- Ik ken de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf

Slide 2 - Slide

Wat zijn vaste vergelijkingen?

In een vergelijking zet je twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken, je vergelijkt ze met elkaar.


Bijvoorbeeld: Jasper is zo sterk als een beer.
Door Jasper te vergelijken met een beer, maak je duidelijk dat Jasper heel erg sterk is.

Slide 3 - Slide

Hoe zien vaste vergelijkingen eruit?
Een vaste vergelijking heeft meestal de vorm:
 'Zo... als...'

en

een vergelijking is ALTIJD figuurlijk bedoeld. (Jasper kan natuurlijk nooit ECHT zo sterk zijn als een beer)

Slide 4 - Slide

letterlijk of figuurlijk 
letterlijk: Iemand bedoelt precies wat hij/zij zegt. 
Bijvoorbeeld: De tafel is bruin.  Of:  Ik ben 1.68 meter lang. 

figuurlijk: Iemand bedoelt iets anders dan wat hij/zij zegt. 
Bijvoorbeeld: Je bent het zonnetje in huis.  
Dat betekent niet echt dat iemand een zon is, het betekent dat iemand vrolijk en positief is. 


Slide 5 - Slide

Even testen
Ken je al een paar vaste vergelijkingen? Maak de volgende quizvragen! 

Slide 6 - Slide

Zo moe als een...
A
hond
B
kip
C
paard
D
ezel

Slide 7 - Quiz

Zo doof als een...
A
kolibrie
B
merel
C
kwartel
D
duif

Slide 8 - Quiz

Zo gezond als een...
A
pil
B
vitaminedrankje
C
vis
D
vos

Slide 9 - Quiz

werken als een...
A
paard
B
leraar
C
leerling
D
werkloze

Slide 10 - Quiz

Zo wit als...
A
was
B
mist
C
rook
D
sneeuw

Slide 11 - Quiz

Ken je zelf nog een vaste vergelijking die figuurlijk is bedoeld? Vul je antwoord hieronder in!

Slide 12 - Open question

Wat moet je doen? 

  • Maak woordenschat H3 digitaal (af)
  • Maak van extra opdrachten    het onderdeel       woordenschat
  • Oefen de woordenlijst H3 

Slide 13 - Slide