SoVa: Startles VSO

SOVA
Sociale vaardigheidstraining

1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

SOVA
Sociale vaardigheidstraining

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je 9 vragen over sociale vaardigheden voor leerlingen in het VSO maken.

Slide 2 - Slide

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen doen.
Betekenis

  1. Wat is sociaal?
  2. Wat is asociaal?
  3. Wat betekent SOVA?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

We gaan opzoeken wat de betekenis is van SOCIAAL? Pak een woordenboek en zoek de betekenis op. Ook mag je het internet gebruiken (bijv. Google)

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Wanneer is iets asociaal?
Wanneer is iets sociaal?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is volgens jou asociaal gedrag?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Film bekijken
In de volgende dia kun je een film bekijken. Kijk goed wat in deze film verteld wordt over sociaal en asociaal gedrag. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Spelletje!
  • 1  2  3  4  5  6  7     8  9  10  11  12 13  14      15  16                                 17  18  19  20  21  22        23  24  25  26   

  • Sociaal vaardig of gewoon lomp

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Betekenis asociaal gedrag
Asociaal gedrag is een vorm van gedrag waarbij je geen rekening houdt met andere mensen of je omgeving. Mensen die vaak asociaal gedrag vertonen maken ook moeilijk (sociaal) contact met andere mensen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Betekenis sociaal gedrag
Sociaal gedrag heeft te maken met de (menselijke) samenleving. Mensen willen meestal in groepen (samen) te leven. Meeste mensen hebben gevoel hebben voor de nood van de medemens in de samenleving. Ze zijn menslievend. Andere mensen willen helpen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vaardigheden betekenis
  1. Competenties . 
  2. Bekwaamheden.
  3. Handig en vlot bepaalde werkzaamheden kunnen uitvoeren.  

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Factoren: Wanneer is iets sociaal of a-...?
  • Context, omgeving
  • Culturele achtergrond
  • (Mede-) Mens, samenleving
  • Afspraken
  • (Wenselijk) gedrag

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting:
  • Herhaling
  • Ruimte voor opmerkingen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over sociale vaardigheden?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

Wie doet er weleens sociaal?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn sociale vaardigheden?
Sociale vaardigheden zijn de vaardigheden die je helpen om goed met anderen om te gaan. Het omvat dingen zoals luisteren, samenwerken, respect tonen en communiceren.

Slide 18 - Slide

Definieer sociale vaardigheden en geef een paar voorbeelden.
Wat zijn sociale vaardigheden?
Sociale vaardigheden zijn de vaardigheden die je helpen om goed met anderen om te gaan. Het omvat dingen zoals luisteren, samenwerken, respect tonen en communiceren.

Slide 19 - Slide

Definieer sociale vaardigheden en geef een paar voorbeelden.
Waarom zijn sociale vaardigheden belangrijk?
Sociale vaardigheden helpen je om vriendschappen te maken, problemen op te lossen en conflicten te vermijden. Ze zijn belangrijk voor een positieve sociale interactie en een gezonde emotionele ontwikkeling.

Slide 20 - Slide

Leg uit waarom sociale vaardigheden belangrijk zijn voor kinderen.
Vraag 1: Waarom is luisteren zo belangrijk voor jouw sociale vaardigheden? 

Slide 21 - Slide

Laat de leerlingen een definitie en voorbeelden van 'luisteren' bedenken.
Vraag 2: Wat maakt dat samenwerken zo belangrijk is tijdens het doen van sociale zaken?

Slide 22 - Slide

Vraag de leerlingen om na te denken over waarom samenwerken belangrijk is en laat ze voorbeelden geven.
Vraag 3: Hoe kun je respect tonen aan anderen?

Slide 23 - Slide

Laat de leerlingen nadenken over manieren waarop ze respect kunnen tonen aan anderen.
Vraag 4: Wat is communicatie en waarom is het belangrijk?

Slide 24 - Slide

Vraag de leerlingen om te definiëren wat communicatie is en waarom het belangrijk is in sociale interactie.
Vraag 5: Hoe kun je omgaan met conflicten?

Slide 25 - Slide

Laat de leerlingen nadenken over strategieën om conflicten op een positieve manier op te lossen.
Vraag 6: Wat zijn enkele voorbeelden van goede manieren?

Slide 26 - Slide

Vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van goede manieren in verschillende situaties.
Vraag 7: Waarom is het belangrijk om anderen te helpen?

Slide 27 - Slide

Vraag de leerlingen om na te denken over waarom het belangrijk is om anderen te helpen en hoe dat sociale vaardigheden kan bevorderen.
Vraag 8: Hoe kun je jezelf presenteren?

Slide 28 - Slide

Laat de leerlingen nadenken over manieren waarop ze zichzelf kunnen presenteren aan anderen.
Vraag 9: Wat zijn enkele manieren om met teleurstelling om te gaan?

Slide 29 - Slide

Vraag de leerlingen om na te denken over manieren waarop ze kunnen omgaan met teleurstelling en tegenslagen.
Samenvatting
Je hebt zojuist geleerd over de belangrijkste sociale vaardigheden en hun betekenis. Nu kun je 9 vragen over sociale vaardigheden maken!

Slide 30 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en moedig de leerlingen aan om de vragen te maken.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 31 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 32 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 33 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.