6.2

In deze paragraaf veel nieuwe begrippen en berekeningen.
Rustig blijven ademen het komt goed!!!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

In deze paragraaf veel nieuwe begrippen en berekeningen.
Rustig blijven ademen het komt goed!!!

Slide 1 - Slide

Boxen in ons belastingstelsel
Inkomsten uit werk en woning 
Inkomsten uit aanmerkelijk belang
Inkomsten uit vermogen

Over alle inkomsten die je hebt, betaal je belasting. 
Van box 2 moet je alleen maar weten dat deze bestaat.

box 1 ; 6.1 en 6.2
box 2
box 3; 6.2

Slide 2 - Slide

Progressief belastingstelsel




Bij een progressief belastingstelsel moet er procentueel meer belasting betaald worden naarmate het inkomen stijgt.


Dit gebeurt door een steeds hoger belastingtarief bij een hoger inkomen.

Slide 3 - Slide

Gebruik dit stappenplan en maak nu opdracht 3 op bladzijde 175.

Slide 4 - Slide

1 Tim hoeft alleen het tarief van 37,1% te gebruiken.
€ 31.500 /100 x 37,1 = € 11.686,50 = € 11.686

 1 Yara moet beide tarieven gebruiken: € 37,1% en 49,5%.

2 stap 1 Inkomen in schijf 1: € 68.508
Inkomen in schijf 2: € 74.000 – € 68.508 = € 5.492


stap 2 In schijf 1 € 68.508  : 100 x 37,1= € 25.416,47= € 25.416
In schijf 2 € 5.492  : 100 x 49,5= € 2.718,54 = € 2.718
stap 3 In box 1 betaalt Yara in totaal € 25.416 + € 2.718 = € 28.134

Slide 5 - Slide

Drie soorten belastingstelsels
  1. Progressief belastingstelsel: hoger percentage als inkomen hoger is 
  2. Proportioneel belastingstelsel: gelijk percentage bij ieder inkomen
  3. Degressief belastingstelsel: lager percentage bij hoger inkomen

proportioneel tarief
progressief tarief
degressief tarief

Slide 6 - Slide

Stappenplan belasting box 3 berekenen
Stap 1:  Je trekt het heffingsvrij vermogen van je vermogen af.
Stap 2: Je berekent het fictief rendement over je belastbaar vermogen.
Stap 3: Je berekent belasting over het fictief rendement

Belastbaar vermogen?

Fictief rendement?


Dat bedrag waar je in box 3 mee gaat werken om te berekenen hoeveel belasting je in box 3 moet gaan betalen.

Het bedrag wat de overheid denkt dat je rijker wordt van je spaargeld/beleggingen.

Slide 7 - Slide

Ga er vanuit dat het heffingsvrij vermogen nog 50.000 is en het fictief rendement 1,9% en de belasting 31%.
Hoeveel belasting moet je dan in box 3 betalen als je vermogen 45.000 en hoeveel als je vermogen 90.000 is?
Bij een vermogen van €  45.000 hoef je geen belasting te betalen in box 3 omdat je vermogen minder is dan het heffingsvrij vermogen.
90.000 - 50.000 =  € 40.000 belastbaar vermogen
Fictief rendement 40.000 / 100 x 1,9 =  € 760
Belasting box 3   760 / 100 x 31 =  € 235

Slide 8 - Slide

Rekenen met de heffingskorting
Wanneer de heffingskorting hoger is dan de te betalen loonheffing, dan zal er geen loonheffing worden ingehouden op het salaris. Dit is tot een loon van € 4.260 (2022) en € 5.052 (2023). De grens kun je terugvinden in de witte maandtabel voor de loonheffing (Belastingdienst).
Heb je dan vel vermogen waar je belasting over moet getalen dan moet je dus nog wel inkomsten belasting betalen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video