Periode 3 - les 2

Periode 3 - les 2
1 / 12
next
Slide 1: Slide
LevenskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Periode 3 - les 2

Slide 1 - Slide

Terugblik op vorige week

Waar hebben we het ook alweer over gehad?

Slide 2 - Slide

Wat betekent FLOW?
Je doet wat je fijn en belangrijk vindt.
Hierdoor gaat wat je doet je goed af.

Je bent in harmonie met jezelf en de wereld om je heen.

Slide 3 - Slide

Hoe ervaar je flow?
Weet wat je taak is
Laat de taak je uitdagen
Weet hoe je de taak gaat doen
Wat gaat je goed af en wat moet je nog verbeteren?
Zie je jezelf als degene die de taak uit kan voeren? 
Waarom (niet)
Zorg ervoor dat je geen afleiding hebt

Slide 4 - Slide

Flowloos?

Wat is volgens jou het tegenovergestelde van Flow?

Slide 5 - Slide

Wat is volgens jou het tegenover-gestelde van Flow?

verveling, lusteloosheid, passiviteit

Kies 1 moment uit, waarbij je voelde dat de energie wegliep. Wanneer was dat? Wat deed je?

Slide 6 - Slide

Persoon 1: het slachtoffer
  • Iemand die verdrietig is, zich hulpeloos voelt, zich minderwaardig voelt, zichzelf naar beneden haalt.
  • Ik kan er niets aan doen, ik weet het niet, arme ik. Ik geef op. 
  • Non-verbaal: schouders hangen / schouders ophalen, naar de grond kijken, hulpeloze blik in de ogen. 

Slide 7 - Slide

Persoon 2: De aanklager
  • Iemand die boos en kritisch is. Deze persoon klaagt, beschuldigt, verwijt, (ver)oordeelt, is ontevreden en geeft altijd de ander de schuld. 
  • Non-verbaal: beide benen stevig op de grond, wijzen met de vinger, wijs- en middelvinger in de broekzak en beide duimen omhoog, schouders naar achteren, verwijtende blik in de ogen.

Slide 8 - Slide

Persoon 3: De redder
  • Iemand die ongevraagd helpt, altijd goede raad geeft en allerlei oplossingen adviseert. Een redder voelt zich trots.
  • Non-verbaal: blij, triomfantelijk kijken, rechte schouders.

Slide 9 - Slide

3 rollen
Wie kennen jullie (bv van tv) wie daaraan voldoet?

Slide 10 - Slide

Momentje
Denk terug aan het moment dat jij koos.
Kijk hier nog eens objectief naar.

Welke rol had jij toen? Waarom?

Slide 11 - Slide

Hoe kom je ervan af? 
Je weet nu dat je vaak een rol aanneemt.

Hoe kun je weer jezelf worden, zonder een rol te spelen?

Slide 12 - Slide