This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Konjunktionen und Wortstellung
Slide 1 - Slide
Konjunktionen
Konjunktionen zijn in het Nederlands voegwoorden.
Wat is een voegwoord?
Voegwoorden zijn woorden die zinnen 'aan elkaar voegen'. Met voegwoorden wordt het verband tussen (de inhoud van de) zinnen en woorden duidelijk.
Denk aan: reden, oorzaak , gevolg, etc.
Slide 2 - Slide
Was lerne ich?
- Ik leer in deze les welke Duitse voegwoorden er zijn.
- Ik leer in deze les wat de betekenis ervan is.
- Ik leer in deze les wat de werkwoordsvolgorde is bij bepaalde voegwoorden.
Slide 3 - Slide
Welk voegwoord ken ik?
Slide 4 - Mind map
Voegwoorden: denn deshalb oder und ob
want daarom of en of
Ich habe den Bus verpasst, deshalbbin ich zu spät.
Kommst du mit oderbleibst du zu Hause?
De woordvolgorde in de zin is hetzelfde als in het NL bij deze voegwoorden.
We hebben te maken met hoofdzinnen.
Slide 5 - Slide
Voegwoorden: bevor obwohl weil dass nachdem
voordat hoewel omdat dat nadat
Bij deze voegwoorden verandert de zinsstructuur doordat de persoonsvormaan het eind van de zin komt te staan.
We hebben te maken met een bijzin.
Ich weinte, weil er mich gekrenkt hat.
Meine Mutter sagt, dass ich zu Hause kommen soll.
Bitte sag es, bevor er böse werden kann.
Slide 6 - Slide
Er hat es gesehen, obwohl ich es hatte verboten.
A
richtig
B
falsch
C
weiß ich nicht
Slide 7 - Quiz
Mutter sagt, dass ich zur Schule laufen muss.
A
richtig
B
falsch
C
weiß ich nicht
Slide 8 - Quiz
Ich muss zum Krankenhaus, deshalb komme ich morgen.
A
richtig
B
falsch
Slide 9 - Quiz
Das ist toll, dass ....
A
du willst studieren!
B
du studieren willst!
Slide 10 - Quiz
Ich weinte, weil ich ....
A
hatte Schmerzen.
B
Schmerzen hatte.
Slide 11 - Quiz
https:
Slide 12 - Link
Ziele:
Je kent Duitse voegwoorden.
Je kent de betekenissen van de voegwoorden.
Je weet wat de werkwoordvolgorde is bij bepaalde voegwoorden (hoofd- en bijzinnen).
Selecteer om teknippen, kopiëren ofte verwijderen
12
Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
Differentiëer
Differentiëer
Instellingen
Ziele erreicht:
Je weet welke Duitse voegwoorden er zijn.Je kent de betekenissen van de voegwoorden.Je weet wat de werkwoordvolgorde is bij bepaalde voegwoorden (hoofd- en bijzinnen).Bis zum nächsten Mal!