Voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NT2BasisschoolGroep 5,6

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Voltooid deelwoord

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Het doel van de les
Je kent een aantal voltooid deelwoorden.
Je kan het voltooid deelwoord goed schrijven.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Nu
de jongen
gooit
de bal

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

de tijd van TOEN
ba

Slide 4 - Slide

de tijd van toen

 de jongen gooide de bal. het is klaar. de bal ligt al op de grond. 
de jongen gooit de bal
de jongen heeft de bal gegooid
nu
toen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Toen = klaar

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Voltooide tijd
Voltooid betekent klaar

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Voltooide tijd
Hebben (of zijn) + voltooid deelwoord.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

de jongen heeft de bal gegooid
hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is de vervoeging van hebben?
Ik - jij - hij/zij - wij - jullie - zij
timer
2:00

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

hulpwerkwoord - hebben
ik   heb                               wij hebben
jij   hebt                              jullie hebben
u    hebt                             zij hebben
hij  heeft
zij   heeft
het heeft

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is de vervoeging van zijn?
Ik - jij - hij/zij - wij - jullie - zij
timer
2:00

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

hulpwerkwoord - zijn
ik   ben                       wij   zijn
jij   bent                     jullie zijn
u    bent                     zij zijn
zij  is                            
hij  is
het is

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

ge + stam + t
werken - gewerkt
fietsen - gefietst
pakken - gepakt
poetsen - gepoetst

ge + stam + d
branden - gebrand
rennen - gerend
gooien - gegooid
verven - geverfd

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Het hulpwerkwoord helpt het voltooid deelwoord

Ik heb gisteren de hele dag gewerkt.
De kok heeft heerlijk eten gekookt.

NIET:
Ik gewerkt gisteren de hele dag.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

t of d?
1. Kijk naar de ik van het werkwoord.
2. Is de laatste letter in het sexy fokschaap?
3. ja?      > t
     nee? > d

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

tekenen
ik heb _______
A
getekent
B
getekend

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

dansen
ik heb _____
A
gedanst
B
gedansd

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

bellen
ik heb ___
A
gebelt
B
gebeld

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

voetballen
ik heb ___
A
gevoetbald
B
gevoetbalt

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

pakken
ik heb ___
A
gepakt
B
gepakd

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

luisteren
ik heb ___
A
geluisterd
B
geluistert

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

knippen
ik heb ___
A
geknipt
B
geknipd

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

douchen
ik heb ___
A
gedoucht
B
gedouchd

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

typen
ik heb ___
A
getypt
B
getypd

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

rennen
ik heb ___
A
gerent
B
gerend

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

surfen
ik heb ___
A
gesurft
B
gesurfd

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

wandelen
ik heb ___
A
gewandelt
B
gewandeld

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

trouwen
ik ben ___
A
getrouwt
B
getrouwd

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

spelen
ik heb ___
A
gespeelt
B
gespeeld

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Ik weet hoe ik een zwak voltooid deelwoord moet maken
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

This item has no instructions