Elektra 4 par 4.2

Kennen en Kunnen
  • Wat is elektrische energie?
  • Hoe bereken je de elektrische energie?
  • Wat is de capaciteit?
  • Hoe bereken je de capaciteit?
  • Hoe bereken je de kostprijs?


1 / 26
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Kennen en Kunnen
  • Wat is elektrische energie?
  • Hoe bereken je de elektrische energie?
  • Wat is de capaciteit?
  • Hoe bereken je de capaciteit?
  • Hoe bereken je de kostprijs?


Slide 1 - Slide

Wat weet je van vorig les

Slide 2 - Mind map

Wat moet je kennen en Kunnen
  • Het vermogen is de energie die per seconde geleverd wordt. Het vermogen heeft het symbool  P en de eenheid Watt (W).
  • Je moet kunnen omrekenen van Watt naar kiloWatt.
  • Je moet het vermogen kunnen berekenen met de formule P = U x I.
  • Berekenen is in vier stappen!

Slide 3 - Slide

Wat weet je over de elektrische energie?

Slide 4 - Mind map

De elektrische energie

De elektrische energie is de totale energie die gebruikt wordt in een bepaalde tijd. De elektrische energie geef je aan met de hoofdletter E (van Energie) eventueel gevolgd door kleine letters el.

De eenheid van Energie is Joule (J)

Je hebt geleerd dat het vermogen de totale energie is in één seconde.

Ga je de energie berekenen moet je de tijd omrekenen naar seconde.

De energie bereken je met de formule E = P x t.

Slide 5 - Slide

De elektrische energie

Bij huishoudelijke apparaten die vaak voor een langere tijd gebruikt worden is de Joule een onhandige eenheid. Je krijgt te grote getallen.

Daarom gebruiken we de kiloWattuur (kWh).

De formule is hetzelfde E = P x t.

De P (vermogen) moet nu in kiloWatt (dus omrekenen).

de t (tijd) moet nu in uur.

(Let op de eenheden die bij elkaar horen!)

Slide 6 - Slide

Wat is het symbool voor (elektrische)energie
A
E
B
P
C
C
D
U

Slide 7 - Quiz

Wat is het symbool voor (elektrisch)vermogen
A
U
B
I
C
P
D
R

Slide 8 - Quiz

Wat is het symbool voor (elektrische)stroom(sterkte)
A
U
B
I
C
P
D
R

Slide 9 - Quiz

Wat is de eenheid van energie in het algemeen
A
Joule
B
Ampère
C
Watt
D
Ohm

Slide 10 - Quiz

Wat is de eenheid van (elektrische) vermogen
A
Volt
B
Ampère
C
Watt
D
Ohm

Slide 11 - Quiz

Wat is de eenheid van elektrische energie in de huissituatie
A
J
B
230 V
C
kWh
D
Wh

Slide 12 - Quiz

Bereken de elektrische energie van een apparaat die 5 W gebruikt en 30 minuten aan staat
A
150 J
B
2,5 kWh
C
54 000 J
D
9000 J

Slide 13 - Quiz

Bereken de elektrische energie van een lamp die 50 W heeft en 1095 uur brandt per jaar.
A
54750 kWh
B
54,75 kWh
C
54750 J
D
54,75 J

Slide 14 - Quiz

Bereken het vermogen in kiloWatt als het vermogen 250 W is.
A
250 000 kW
B
0,250 kW
C
2,5 kW
D
25 kW

Slide 15 - Quiz

Bereken hoeveel seconde zitten er in 6 uur
A
360
B
21600
C
600
D
6000

Slide 16 - Quiz

Capaciteit

De capaciteit is de hoeveelheid stroom die in een batterij zit opgeslagen.

De capaciteit wordt weergegeven in mAh (milli Ampère per uur) dus hoeveel mili Ampère kan de batterij leveren als hij in een  uur leegloopt.



Slide 17 - Slide

Capaciteit

Voorbeeld:

Een Batterij heeft een capaciteit van 3000 mAh.

Een lampje gebruikt 150 mA.

Het lampje heeft na 1 uur 150 mAh gebruikt (nog 2850 mAh over)

Het lampje heeft na 5 uur (150 x 5) 750 mAh gebruikt (nog 2250 mAh over)

Na 3000 : 150 = 20 uur is de batterij leeg!


Formule C = I x t (capaciteit = stroomsterkte x tijd)


Slide 18 - Slide

Bereken de stroomsterkte in milli Ampère als de stroomsterkte 0,15 A is.
A
1,5 mA
B
15 mA
C
150 mA
D
1500 mA

Slide 19 - Quiz

Welke formule gebruik je om het vermogen uit te rekenen?

Slide 20 - Mind map

Welke formule gebruik je om de energie uit te rekenen?

Slide 21 - Mind map

Welke formule gebruik je om de capaciteit uit te rekenen?

Slide 22 - Mind map

Antwoord op de vragen die je moet uitreken

Slide 23 - Mind map

Je krijgt een aantal vragen op papier.
  • Je krijgt een aantal vragen op papier.
  • Beantwoord deze vragen in vier  stappen.
  • De totale berekening schrijf je op.
  • Het eindantwoord noteer je in de app.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video