H5, les 3

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Economie jaar 3

Hoofdstuk 5

Inhoud van de les

• Herhaling vorige lessen 
• Theorie 'de mutatiebalans'
• Opdrachten 5.11 t/m 5.16
• Theorie afschrijving
• Opdracht 5.17
• Quizje 

Doelen: 

- Je kan beschrijven wat er op een balans staat.

- Je kan vanuit verschillende gebeurtenissen een mutatiebalans maken.

Wat staat er op de balans?

De balans (blz. 63)

‘De balans is een overzicht van alle bezittingen, schulden en het eigen vermogen van een bedrijf op een bepaald moment.’

Het is een momentopname, daarom staat er ook altijd een datum boven de balans.

Wat is een mutatiebalans?

Mutatiebalans (blz. 64)

• Een mutatiebalans geeft weer welke balansposten met welk bedrag toe- of afnemen.
  
• Alleen de balansposten die veranderen en het bedrag waarmee ze veranderen, nemen we op in de mutatiebalans.
  

Debiteuren en crediteuren (blz. 65)

Debiteuren: dit zijn klanten waar je nog geld van krijgt. Het staat als bezit op de balans.

Crediteuren: dit zijn leveranciers waar jij als bedrijf nog geld aan moet betalen. Dit staat als schuld op de balans. 

Opdrachten vorige week bespreken: via teams nakijken!

Deel 1: Jullie gaan in tweetallen de antwoorden vergelijken en deze bespreken. 

Tijd: jullie krijgen daar 5 minuten de tijd voor.

Deel 2: klassikaal bespreken +- 5 minuten

Klaar? Maak opdracht 5.12 t/m 5.17 op blz. 66 en 67.

Opdrachten maken

Maak opdracht 5.12 t/m 5.17 op blz. 66 en 67.

Deel 1: Jullie krijgen eerst 5 minuten zelf de tijd, dus eerst zelf proberen en overleg zachtjes met diegene die naast je zit.

Deel 2: Na 5 minuten loopt de docent rond en kan je vragen stellen.

Hulp nodig? Eerst goed de tekst boven de vraag lezen! Daarna: vraag het rustig aan diegene die naast je zit.

Klaar? Maak opdracht 5.18. 

Afschrijving (blz. 67)

Afschrijving: boekhoudkundige waardevermindering van duurzame productiemiddelen. 

Duurzame productiemiddelen: zijn activa die meer dan één productieproces meegaan --> langer dan 1 jaar. 

Transfer Bergwijn?!

Investering Bergwijn:

31 miljoen

Contractduur:

Vijf jaar

Geen rekening houden met restwaarde

31 / 5 = 6,2 miljoen afschrijvingskosten per jaar

Opdracht 5.18 maken

Maak opdracht 5.18 op blz. 68.

Hulp nodig? De antwoorden van opdracht 5.11 t/m 5.17 vind je op bladzijde 66 en 67. 

Tijd: Jullie krijgen 15 minuten de tijd. 

Klaar? Maak opdracht 5.19 en 5.20. 

Hoofdstuk 5 is een onderwerp gericht op ...

1. Algemene economie
2. Bedrijfseconomie
3. Huhhh... Zijn wij bij een nieuw hoofdstuk???

De balans van een bedrijf is een momentopname van de ...

1. Inkomsten en uitgaven.
2. Bankrekening.
3. Bezittingen, schulden en het eigen vermogen.

Bezit

Schuld

Eigen vermogen

Inbreng ondernemer

Voorraad goederen

Lening bank

De schulden staan aan de rechterkant van de balans.

1. Waar
2. Niet waar
3. Kan allebei

Bij een verkoop stijgt de voorraad.

1. Juist
2. Onjuist

Als je een leverancier afbetaald daalt ...

1. Eigen vermogen
2. Debiteuren
3. Crediteuren

Hoe bereken je de brutowinst?

1. Omzet plus de inkoopwaarde
2. Omzet min de inkoopwaarde
3. Omzet min inkoopwaarde en overige kosten

Ik wil ondernemer worden.

1. Ja, absoluut!
2. Het behoort tot de mogelijkheden.
3. Nee joh, veel te veel gedoe.
4. Ik ben al ondernemer.

Afsluiting les:

Doelen: 

- Je kan beschrijven wat er op een balans staat

- Je kan vanuit verschillende gebeurtenissen een mutatiebalans maken.

Steek je hand in de lucht als je het opstellen van een mutatiebalans nog erg lastig vind.

Afsluiting les:

Snap je er helemaal niks van? Geen paniek!

Uitleg over de balans: lesvideo staat online --> YouTube

Uitleg over de mutatiebalans: coming soon!