Les 2 H5

Hoofdstuk 4: Introductie en start met rekenen H5
  • Lesdoel: Ik kan berekeningen maken voor een ondernemer
  • Taaldoel: Ik lees een rekenvraag eerst 2 keer goed door

Programma
  • Nabespreken huiswerk
  • Instructie: consumentenprijs
  • Begeleide inoefening
  • Zelfstandige verwerking: zie dia!
  • Nabespreken 
  • Evalueren
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4: Introductie en start met rekenen H5
  • Lesdoel: Ik kan berekeningen maken voor een ondernemer
  • Taaldoel: Ik lees een rekenvraag eerst 2 keer goed door

Programma
  • Nabespreken huiswerk
  • Instructie: consumentenprijs
  • Begeleide inoefening
  • Zelfstandige verwerking: zie dia!
  • Nabespreken 
  • Evalueren

Slide 1 - Slide

BRUTOWINSTOPSLAG in € 
verkoopprijs  - inkoopprijs
vb. 
verkoopprijs = € 210   inkoopprijs = € 150
210 - 150 = € 60

Slide 2 - Slide

BRUTOWINSTOPSLAG in %
wat : waarvan x 100

of 

brutowinstopslag : inkoopprijs x 100

Slide 3 - Slide

BRUTOWINSTOPSLAG in %
wat : waarvan x 100
of 
brutowinstopslag : inkoopprijs x 100
brutowinstopslag = € 60                                     inkoopprijs = € 150
 € 60 : € 150 x 100 = 40%

Slide 4 - Slide

vraag  27
  • stap 1 >  60% : 100 x 35 = € 21
  • stap 2: € 35 + € 21 = € 56

Slide 5 - Slide

vraag  28
a
  • verkoopprijs - inkoopprijs = brutowinstopslag
  • € 620 - € 400 = € 220

b
  • brutowinstopslag : inkoopprijs x 100
  • € 220 : 400 x 100 = 55%

Slide 6 - Slide

vraag  29
a
  • verkoopprijs - inkoopprijs = brutowinstopslag
  • € 39,60 - € 22 = € 17,60

b
  • brutowinstopslag : inkoopprijs x 100
  • € 17,60 : € 22 x 100 = 80%

Slide 7 - Slide

vraag  30
stap 1
  • verkoopprijs - inkoopprijs = brutowinstopslag
  • € 79,20 - € 33 = € 46,20

stap 2
  • brutowinstopslag : inkoopprijs x 100
  • € 46,20 : € 33 x 100 = 140%

Slide 8 - Slide

vraag  31
  • a)  190 ijsjes
  • b) 190 x 1,70 = € 323

Slide 9 - Slide

vraag  32
  • afzet = 21 kilo
  • prijs per kilo = € 3
  • afzet x prijs p/k
  • 21 x 3 = € 63

Slide 10 - Slide

vraag  34a
  • € 560 is verkoopopbrengst
  • Hoe vaak past € 1,75 in dit bedrag?
  • 560 : 1,75 = 320 keer dus dat is de afzet!

Slide 11 - Slide

vraag  34b
  • Afzet = 400
  • Prijs per stuk  € 1,75
  • 400 x € 1,75 = € 700
  • Omzet is dus € 700

Slide 12 - Slide

Verkoopprijs berekenen
  • Je moet 2 gegevens hebben: de verkoopprijs ZONDER BTW en de btw
  • Exclusief betekent ZONDER



Slide 13 - Slide

Verkoopprijs berekenen (voorbeeld)
  • De verkoopprijs exclusief btw is € 55
  • De btw-percentage = 21%
  • 21 % van € 55 reken ik uit als volgt: 21 : 100 x 55 = € 11,55
  • De verkoopprijs INCLUSIEF BTW = 
  • verkoopprijs EXCLUSIEF BTW + de BTW
  • € 55 + € 11,55 = € 66,55


Slide 14 - Slide

Verkoopprijs berekenen (VRAAG 47)
  • Pak je rekenmachine en open je boek op blz. 140
  • Prijs exclusief BTW =  € 32
  • BTW = 21%
  • Stap 1 > 21 : 100 x 32 = € 6,72
  • PRIJS INCLUSIEF BTW = 
  • 32 + 6,72 = € 38,72

Slide 15 - Slide

Maken
Blz. 140/141 > Opdr. 47, 48, 49
Daarna : 
blz. 154 > Opdr. 1 t/m 13 
timer
15:00

Slide 16 - Slide

TERUGBLIK EN EVALUATIE
Wat hebben we geleerd en wat is het huiswerk?
EIND VAN DE WEEK MOET HET AF ZIJN!

Slide 17 - Slide