Wat: Lees en maak hoofdstuk 8, paragraaf 3 (blz. 276 t/m 279).
basis: 27, 28, 29, 30, 35
herhaling: 26, 34
verdieping: 31, 32, 33, 36, 37, 38
Wanneer: Zorg dat dit voor volgende les af is en kijk het na.
Hoe: Met je boek en in je schrift. Schrijf met pen, teken met potlood.
Klaar?: Als je klaar bent met paragraaf 3, kun je verder in deze les. Na deze pagina volgt een quiz om te kijken of je alles hebt begrepen.