Godsdiensthistorici denken dat Semele in vóór-Griekse tijden wordt vereerd als 'moedergodin': een soort Moeder Aarde. Bij de moedergodin hoort een zoon die wordt vereerd als vegetatiegod. Deze zoon sterft en herrijst telkens weer, zoals planten ook telkens weer afsterven en opbloeien.De Grieken lijven haar in in hun eigen -patriarchale- religie en ze krijgt in de Griekse mythen een ondergeschikte status als prinses. Haar wordt zelfs het moederschap ontnomen in de mythe waarin Zeus haar zoon Dionysos uiteindelijk 'baart'. Andere voorbeelden van dit soort godinnen zijn Kybele en Rhea.
De stelling dat Semele in prehistorische tijden een moedergodin was, wordt onderbouwd door een taalkundig argument. Haar naam wordt in verband gebracht met een woord uit een indo-europese taalfamilie.