What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 4 1e jaars voltooid en tegenwoordig deelwoord
LES 3
Werkwoordspelling: het voltooid en tegenwoordig deelwoord
Begrijpend lezen: informatieve tekst
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
LES 3
Werkwoordspelling: het voltooid en tegenwoordig deelwoord
Begrijpend lezen: informatieve tekst
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Open question
Volg deze les op je laptop
Telefoon nodig voor quiz in de les!
Slide 3 - Slide
Wat is juist?
A
Mijn zoon vind spelling niet moeilijk
B
Mijn dochter vind spelling leuk
C
Ik vind spelling makkelijk
D
Wat vindt jij van spelling?
Slide 4 - Quiz
Wij (lunchen, vt) met Pinksteren in het zonnetje.
A
lunchten
B
lunchden
C
lunchtten
D
lunchdden
Slide 5 - Quiz
Gisteren (raden) wij het antwoord.
A
raden
B
raaden
C
raadden
Slide 6 - Quiz
De patiënt (antwoorden, vt) niet op het verzoek van de verpleegkundige.
A
antwoordde
B
antwoorden
C
antwoordden
D
antwoordt
Slide 7 - Quiz
Het voltooid deelwoord
Slide 8 - Slide
Voltooid deelwoord
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
wat is het voltooid deelwoord van
'proeven'
(zit de letter 'v' in 'x kofschip?)
A
geproefd
B
geproeft
C
geproeven
Slide 11 - Quiz
Geef het voltooid deelwoord van dweilen
A
gedweild
B
gedweilt
Slide 12 - Quiz
Tegenwoordig deelwoord
Bellend reed ze op de fiets
Slide 13 - Slide
Tegenwoordig deelwoord
-2 handelingen vinden tegelijkertijd plaats
bv bellen en fietsen, lopen en huilen, stampen schreeuwen.
- schrijf het werkwoord + d.
bellend, huilend, stampend
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Welke vorm van het werkwoord is in de volgende zin gebruikt?
Fabian heeft vaak GEVOETBALD.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
tegenwoordig deelwoord
Slide 16 - Quiz
Kies het tegenwoordig deelwoord van: dragen
A
draag
B
dragen
C
dragend
Slide 17 - Quiz
......... wast ze de patiënt (fluiten)
A
Fluitent
B
Fluitende
C
Fluitend
Slide 18 - Quiz
Welke vorm van het werkwoord is in in onderstaande zin gebruikt?
VOETBALLEND zingt Fabian een liedje.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
tegenwoordig deelwoord
Slide 19 - Quiz
Huiswerk
Maak
GRAM 3.3 opdracht 1 t/m 6
(vdw en tw deelwoord)
Maak
Ws 1.2
(betekenis afleiden uit woord)
In Teams: Lees tekst over ziekte van Lyme
, onderstreep 10 moeilijke woorden en zoek betekenis op. Maak de basisvragen.
Vooruitblik volgende les:
Werkwoordspelling Engelse woorden
Slide 20 - Slide
More lessons like this
Les 4 1e jaars voltooid en tegenwoordig deelwoord
December 2020
- Lesson with
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
1e jaars voltooid en tegenwoordig deelwoord
March 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
groep 8 werkwoord spelling cito
October 2024
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education
groep 7 werkwoordcito oefenen
March 2023
- Lesson with
35 slides
nederlands
Primary Education
Les 6 week 41 Engelse werkwoorden en tegenwoordig deelwoord leerjaar 1 PW/OA
August 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
De spelling van de werkwoorden
May 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Zaterdag 9 maart 2024 VO2 - Engelse werkwoorden + spreekwoorden/uitdrukkingen/gezegden
March 2024
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Secondary Education
Les 5 week 41 Nederlands
January 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1