V&P - 1ste klas - Outlook

Outlook
Leerdoelen:
• Je kan een nette mail opstellen.
• Je kan je mail organiseren door gebruik te maken van mappen.
• Je kan een mail beantwoorden of doorsturen.
• Je kan een bijlage toevoegen aan je mail.

1 / 37
next
Slide 1: Slide
InformatiekundeMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Outlook
Leerdoelen:
• Je kan een nette mail opstellen.
• Je kan je mail organiseren door gebruik te maken van mappen.
• Je kan een mail beantwoorden of doorsturen.
• Je kan een bijlage toevoegen aan je mail.

Slide 1 - Slide

Hoe vaak check je, jouw mail?
A
Elke dag.
B
Eén keer per week.
C
Alleen als je een mail van iemand verwacht.
D
Als je er toevallig aan denkt.

Slide 2 - Quiz

Mail controleren
Het is gebruikelijk om elke dag je mail te checken.
  • Leer jezelf aan om op een vast moment op de dag te kijken of je nog nieuwe mailtjes heb. 

Buiten de les om gebruikt de school en de docenten, de mail om met jouw te communiceren. 
  • Over opdrachten die ingeleverd moeten worden. 
  • Over activiteiten die er aan komen. 
  • Over speciale informatie voor de les.

Slide 3 - Slide

Naar Outlook
Outlook kan je bereiken via het
leerlingportaal.

Er zijn twee manieren hoe je er kan
komen.
  1. Klik op het Outlook-symbool.
  2. Klik op de 9 puntjes en daarna op 
    het Outlook-symbool.

Slide 4 - Slide

Wat is het Postvak IN in een mailprogramma zoals Outlook, en wat vind je daar? (gebruik het internet om een antwoord te vinden)

Slide 5 - Open question

Wat zijn de 'Verzonden items' in je e-mail, en wat vind je daar? (gebruik het internet om een antwoord te vinden)

Slide 6 - Open question

Wat zijn 'Concepten' in je e-mail, en wanneer gebruik je die? (gebruik het internet om een antwoord te vinden)

Slide 7 - Open question

Wat zijn 'Verwijderde items' in je e-mail, en waarom komen berichten daar terecht? (gebruik het internet om een antwoord te vinden)

Slide 8 - Open question

E-mailmappen
Postvak IN is de map waar alle nieuwe e-mails binnenkomen.

Verzonden items is de map waar alle e-mails staan die je hebt
verstuurd.

Concepten bevat e-mails die je hebt gemaakt maar nog niet
hebt verstuurd.

Verwijderde items is de map waar e-mails naartoe gaan als je
ze verwijdert.

Slide 9 - Slide

Mappen aanmaken
Naast de bestaande mappen, kan je zelf ook mappen toevoegen.

Het toevoegen van mappen heeft de volgende voordelen:
  • Beter overzicht: Mappen helpen je om je e-mails netjes te houden, zodat je makkelijk kunt zien wat belangrijk is.
  • Tijd besparen: Je kunt sneller vinden wat je zoekt, omdat alles op de juiste plek staat.
  • Belangrijke dingen eerst: Mappen zorgen ervoor dat je snel de belangrijke e-mails ziet en niks belangrijks mist.

Slide 10 - Slide

In de video hieronder zie je hoe je een nieuwe map kan aanmaken!

Slide 11 - Slide

In de video hieronder wordt uitgelegd hoe je een mail kan verplaatsen naar een andere map. 

Slide 12 - Slide

Opdracht: map aanmaken
Een groene dia betekent dat je een opdracht moet uitvoeren!!!

Opdracht: Maak een nieuwe map aan binnen Outlook.
  • Geef de map, de naam 'Mentor'.

Krijg je een mail van je mentor, dan is het handig om de mail daar naartoe te verplaatsen.
  • Je kan hem hierdoor later makkelijk terugvinden.  

Slide 13 - Slide

In de video hieronder zie je hoe je een email kan verwijderen en archiveren.

Slide 14 - Slide

Wat is het verschil tussen een mail 'verwijderen' en een mail 'archiveren'?
(maak gebruik van het internet)

Slide 15 - Open question

Archiveren en verwijderen
                            Als je een e-mail verwijdert, wordt deze eerst verplaatst naar de
                            map 'Verwijderde items'. De mail blijft daar nog 30 dagen staan 
                            en wordt daarna automatisch definitief verwijdert.
                            Je kan hem dan niet meer terughalen. 

Als je een e-mail archiveert, wordt hij verplaatst naar de map
'Archief'. De e-mail blijft daar bewaard.
Deze blijft daar net zo lang staan totdat je hem bijvoorbeeld
verwijdert. Je kan hem dus altijd nog terugvinden.

Slide 16 - Slide

Sleep de raket naar de plek waarop je moet klikken om een nieuwe mail te maken. 

Slide 17 - Drag question

Mail kaders 
Na het maken van een nieuwe mail ontstaat er een scherm zoals hieronder.

Verzenden van de mail.

Geadresseerde toevoegen.   

Onderwerp toevoegen.

Kader waar je de mail in schrijft. 

Slide 18 - Slide

In het filmpje hieronder wordt uitgelegd wat het verschil is tussen 'Aan', 'CC' en 'BCC'.

Slide 19 - Slide

Je hebt een toets gemist en mailt de docent 
met het verzoek deze te mogen inhalen. 
Wie zet je in de TO/AAN veld en wie in de CC?
TO / AAN
CC
vakdocent
mentor

Slide 20 - Drag question

Je wordt gepest en wilt daarom graag een gesprek bij je mentor aanvragen.  
Wie zet je in de TO/AAN veld en wie in de CC?
TO / AAN
CC
Leerjaarcoördinator
mentor

Slide 21 - Drag question

Je hebt technische problemen bij het inleveren van een verslag. 
Wie zet je in de TO/AAN veld en wie in de CC?
TO / AAN
CC
vakdocent
mentor

Slide 22 - Drag question

Je best absent gemeld bij een les, maar je was wel aanwezig. Wie zet je in de TO / AAN veld en wie in de CC?
TO / AAN
CC
vakdocent
mentor
verzuim

Slide 23 - Drag question

In het filmpje hieronder wordt uitgelegd hoe je een nette mail opstelt. 

Slide 24 - Slide

Extra filmpje over het netjes schrijven van een mail. 

Slide 25 - Slide

Onderwerp
Het onderwerp van een e-mail is de titel
bovenaan de e-mail die vertelt waar de
e-mail over gaat.
  • Het helpt je te begrijpen waar de e-mail over gaat zonder alles te lezen.

Het is verplicht om een onderwerp toe te voegen aan je mail. 

Tip: Noteer pas het onderwerp na het schrijven van de mail, zodat je zeker weet dat het onderwerp klopt. 

Slide 26 - Slide

Je wilt een mail sturen met een vraag over een huiswerkopdracht.
Wat zou een goed ONDERWERP voor deze mail zijn?
A
Hallo ik snap niet wat ik moet doen
B
Vraag huiswerk opdracht 7
C
hw
D
e-mail van docent

Slide 27 - Quiz

Ik wil mezelf ziekmelden via de e-mail. Wat zou het onderwerp van de e-mail zijn?
A
Maaike de Jong
B
Jammer genoeg kan ik niet komen werken
C
Ziekmelding
D
Kotsen en hoofdpijn

Slide 28 - Quiz

Geef minimaal 4 dingen aan die er fout zijn aan de mail hiernaast
(je kan hem vergroten door op de afbeelding te klikken).

Slide 29 - Open question

Foute mail
  1. Het onderwerp is geen goede samenvatting van de inhoud.
  2. De aanhef moet 'Beste meneer Bart,' zijn.
  3. De mail heeft geen inleiding.
  4. Sluit de mail af met een oplossing
    voor de situatie: Stel een ander
    moment voor dat je langskomt. 
  5. Sluit de af met 'Met vriendelijke
    groet' en de naam van de afzender.  

Slide 30 - Slide

Wat is een bijlage van een mail?
A
Dat is spam.
B
Dat is een bestand wat toegevoegd is aan de mail.
C
Dat is een samenvatting van de mail.
D
Een automatisch toegevoegde tekst aan de mail.

Slide 31 - Quiz

Bijlage
Een bijlage bij een e-mail is een bestand dat je samen met je e-mail verstuurt, zoals een foto, een document, of een muziekbestand. Het is een manier om extra informatie toe te voegen die de ontvanger kan openen en bekijken.

Voorbeelden:
  • Een verslag die je moet inleveren.
  • Een foto die je wilt delen. 

Slide 32 - Slide

In de video hieronder wordt uitgelegd hoe je een bijlage kan toevoegen aan een mail. 

Slide 33 - Slide

Naar wie wordt er een mail verstuurd als je een mail beantwoord?
A
De afzender van de oorspronkelijk mail.
B
Iedereen die in de 'CC' staat.
C
Iedereen die in de 'BCC' staat.
D
Alle personen die in je contactenlijst staan.

Slide 34 - Quiz

Wat gebeurt er als je op 'doorsturen' klikt op een e-mail?
A
Je stuurt een mail naar de afzender, de mensen in de CC en BCC.
B
Je stuurt een mail naar iemand anders die niet in de mailgroep stond.
C
Je stuurt een lege mail naar de oorspronkelijke afzender.
D
Je stuurt hiermee een bijlage naar de oorspronkelijke afzender.

Slide 35 - Quiz

Beantwoorden en Doorsturen
Beantwoorden: Het beantwoorden
van een e-mail betekent dat je een
reactie stuurt alleen naar de persoon
die de e-mail heeft gestuurd.


Allen beantwoorden: Het 'Allen beantwoorden' verstuurt je
reactie naar de afzender en iedereen die in de oorspronkelijke
e-mail stond.

Doorsturen: Het doorsturen van een e-mail betekent dat je de e-mail naar iemand anders stuurt die nog niet in de oorspronkelijke e-mail stond.

Slide 36 - Slide

Wat heb je geleerd deze les?
(denk terug aan de leerdoelen)

Slide 37 - Open question