Les 36 (11-03)

Cours du 11 mars
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Cours du 11 mars

Slide 1 - Slide

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Herhalen
     - klokkijken
     - être en avoir
  • Les phrases clés G
     - Parler des matières et des profs.
  • Au travail!
     - H en werkblad klokkijken
  • Afsluiting
  • Les devoirs

Slide 2 - Slide

Presentie

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Na de les....
...ken je woordne die te maken hebben met schoolvakken en de dagen van de week.

...kun je vertellen over jouw schooldag.


Slide 4 - Slide

Huiswerkcontrole
- ex. 30c, d

Slide 5 - Slide

Dagen van de week
Doel: ken je woorden die te maken hebben met school, vakken en de dagen van de week. 

In deze lees-, en luisterparagraaf, hebben jullie de dagen van de week geleerd en woorden geleerd die te maken hadden met de schoolvakken. Laten we dit even met elkaar herhalen.

Slide 6 - Slide

Herhalen
We gaan nu de volgende onderdelen herhalen:

- A, B, C
- avoir en être (werkblad)

Slide 7 - Slide

Les jours de la semaine
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
dinsdag
maandag
zondag
mardi
vendredi
mercredi
lundi
samedi
jeudi
dimanche

Slide 8 - Drag question

De rijtjes naast elkaar

Slide 9 - Slide

je/j'
tu
il / elle / on
nous
vous
ils/elles
ont
as
avons
avez
ai
a

Slide 10 - Drag question

je/j'
tu
il / elle / on
nous
vous
ils/elles
sont
es
sommes
êtes
suis
est

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Video

Hoe geef ik mijn mening over leraren en 
vakken?
> A: Tu aimes la géographie?

> B: Non, je n'aime pas la géographie.
       J'ai onze sur vingt.

> A: Quelle est ta matière préférée?
> B: Ma matière préférée, c'est le français.

> A: Qui est ton prof de géographie?
> B: C'est monsieur Dupont.

> A: Il est sévère?
> B: Non, il est sympa.




Slide 13 - Slide

Hoe geef ik mijn mening over leraren en 
vakken?
> A: Tu aimes ____________(vak)?

> B: Non, je n'aime pas _____________(vak).
       J'ai _______________ (cijfer).

> A: Quelle est ta matière préférée?
> B: Ma matière préférée, c'est ____________ (lievelingsvak).

> A: Qui est ton prof de ____________(vak)?
> B: C'est ________________ (naam leraar).

> A: Il/Elle est _________ (karakter eigenschap)?
> B: Non, il/elle est _________ (tegenovergestelde eigenschap)




Slide 14 - Slide

Phrases Clés G
Maak nu ex. 29. Dit doen we als volgt:

Ronde 1:
Bedenk voor jezelf 3 vragen voor een interview met een klasgenoot. 
Alle vragen moeten over school gaan. (vakken, cijfers, docenten, etc.)

Ronde 2:
Neem je vragen mee en houd ze bij de hand. Loop door de klas zolang
de muziek loopt. Stopt de muziek, dan stel je jouw bedachte vragen aan
de klasgenoot die het dichtst bij is. je klasgenoot beantwoord je vragen.
Wissel dan van rol. Loop weer als de muziek weer begint.

timer
5:00
timer
3:00

Slide 15 - Slide

Au travail!
Jullie gaan nu nog even oefenen met paragraaf H en de volgende oefeningen maken:

- ex. 30c, d, e
- ex. 31a, b, c

Ben je klaar? 
Pak je telefoon en ga naar slim stampen > voca E en F

timer
15:00

Slide 16 - Slide

Afsluiting
Noem eens 2 schoolvakken. 

Vertel eens in één zin welk schoolvak jouw lievelingsvak is. 


Slide 17 - Slide

Les devoirs
Maken voor de volgende les:

- ex. 31a, b, c
- ex. 32a, b

Apprendre Phrases Clés G

20 maart luistertoets en oefentoets: Leer hier dus goed voor. 

Slide 18 - Slide