M2 SS7 revision chapter 6 & SO

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welcome ZM2A

STARTKLAAR?

• Ga op je plek zitten
• Doe je jas uit
• Telefoon in het Zakkie 
• Oortjes uit 
• Boek en etui op tafel
• Tas op de grond

Welcome ZM2C

STARTKLAAR?

• Ga op je plek zitten
• Doe je jas uit
• Telefoon in het Zakkie 
• Oortjes uit 
• Boek en etui op tafel
• Tas op de grond

PTO 4 - Week 6 - les 1

Today's mission:

• Grammar Revision

Proefwerk 4

NUMO: 3 uur

(half uur per week)

Vlog inleveren!

(uiterlijk vrijdag 7 juni)

Today's mission

Grammar revision chapter 6: 

present & past tenses

pitfalls

What do you remember about the present & past tenses?

1. became, cracked, moved

2. have, tries

3. is having, is working

4. was struggling, was dieting, was playing

D present simple

C present continuous

B past simple

A past continuous

Grammar 11 - page 123

De present simple gebruik je voor:

Gewoontes, routines & feiten in de tegenwoordige tijd. 

Grammar 11 - page 123

De present simple maak je voor:

I, you, we, you & they: hele werkwoord

She, he, it (SHIT-regel): ww + s

Grammar 11 - page 123

De past simple gebruik je voor:

Gewoontes, routines & feiten in het verleden. 

Grammar 11 - page 123

De past simple maak je voor alle personen:

- regelmatig: werkwoord + ed

- onregelmatig: 2e rijtje

We always ___ (take) the bus to school.

Last year, he ____ (break) his ankle.

She ___ (have) one best friend.

They ___ (win) an important game yesterday.

Grammar 11 - page 123

De present continuous gebruik je voor:

Acties die op het moment gebeuren in de tegenwoordige tijd. 

Grammar 11 - page 123

De present continuous maak je:

- vorm van 'to be' + werkwoord + ing

Grammar 11 - page 123

De past continuous gebruik je voor:

Langere activiteiten die zijn begonnen en geëindigd in het verleden.  

Grammar 11 - page 123

De past continuous maak je:

verleden tijd van 'to be' + werkwoord + ing

1. They __ (wait) for the bus when the accident happened.

1. are waiting
2. were waiting

2. Listen! Somebody ___ (knock) at the door.

1. is knocking
2. was knocking

I ___ (talk) on the phone right now.

You ___ (take) a shower when the phone rang.

joinmyquiz.com

present & past tenses

What do you remember about the pitfalls?

Grammar: Homophones

Let goed op: homophones zijn woorden die hetzelfde klinken, maar die je anders schrijft en ook iets anders betekenen. 

waar

was / waren

wij zijn

where

were

we're

bezit 'hun'

daar

zij zijn

their

there

they're

zijn/haar

het is

its

it's

toen

dan

then

than

wie is

wiens

who's

whose

jouw

jij bent

your

you're

aan / tegen / naar

ook, te

to

too

What's ... problem?!

1. there
2. they're
3. their

Did you see ... tail?

1. its
2. it's

You are ... kind.

1. to
2. too
3. two

You made it around the track in under a minute, ____ fast!

1. your
2. you're

___ really hard to tell the difference between a jaguar and a leopard.

1. It's
2. Its

My friend drove me ___ my doctor's appointment.

1. to
2. too

First we went through customs and ___ we picked up our luggage.

1. then
2. than

______ going to the shops, want to come with us?

1. Were
2. Where
3. We're

My dad's company made more profit ___ last year.

1. then
2. than

joinmyquiz.com

pitfalls (deel 1 en deel 2)

vocabulary

oefenen: 

                Quizlet live

Vocabulary chapter 6A: https://quizlet.com/_9fk834?x=1qqt&i=1fpsvo

Vocabulary chapter 6C: https://quizlet.com/_9fk8j7?x=1qqt&i=1fpsvo

Vocabulary chapter 6F: https://quizlet.com/_9fk8nx?x=1qqt&i=1fpsvo

Vocabulary chapter 6G: https://quizlet.com/_9fk8rl?x=1qqt&i=1fpsvo

Homework

Study for SO:

Vocabulary chapter 6, page 144/145

Grammar chapter 6, page 147

PTO 4 - Week 6 - les 2

Today's mission:

• SO
• woordenboekles

SO in Testfox

Klaar? 

Dan werk je verder aan NUMO Engels.

Homework