Basisstof 2: Het hormoonstelsel

Thema 5: Regeling
Basisstof 2: Het hormoonstelsel
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 5: Regeling
Basisstof 2: Het hormoonstelsel

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling
  • Uitleg voor wie dat nodig heeft
  • Aan het werk! 
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik:
  • Beschrijven op welke manieren hormonen de cellen van weefsels en organen kunnen beïnvloeden;
  • De werking van hormoonklieren en hun hormonen beschrijven en afleiden hoe doelwitorganen daarop reageren.

Slide 3 - Slide

Welke hormonen horen er bij de letters A, B en C? 

Slide 4 - Slide

Noteer in de rondjes bij de pijlen een + als het hormoon stimuleert, en - als het hormoon remt.

Slide 5 - Slide

Hormonen
  • Hormonen zorgen voor communicatie tussen cellen.
  • Hormonen binden aan receptoren in het membraan van doelwitcellen.
  • Hormoonklieren zijn endocriene klieren: ze geven hormonen af door secretie.
  • Exocriene klieren geven stoffen af via een afvoerbuis (speekselklieren/zweetklieren).
  • Hormonen werken langdurig en langzaam

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Doelwitorganen
  • Hormonen werken alleen in organen waar receptoren zijn voor het hormoon.
  • De reactie van een orgaan wordt o.a. bepaald door de hormoonconcentratie in het bloed.
  • Het effect van hormonen houdt lang aan.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hormoonklieren
Het hormoonstelsel bestaat uit een aantal hormoonklieren.
  • Hypofyse
  • Hypothalamus
  • Schildklier
  • Bijnieren
  • Eilandjes van Langerhans
  • Testes/ovaria

Slide 10 - Slide

Hypofyse en hypothalamus
  • De hypofyse produceert verschillende hormonen, en stuurt andere hormoonklieren aan.
  • De hypothalamus regelt de secretie van hormonen door de hypofyse.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hypofysehormonen
  • Groeihormoon is voor de groei en ontwikkeling.
  • Oxytocine stimuleert het ontstaan van weeën en secretie van melk uit de melkklieren.
  • ADH (antidiuretisch hormoon) regelt de resorptie van water in de nieren bij de vorming van urine.

Slide 13 - Slide


Slide 14 - Open question

De schildklier
  • De schildklier produceert thyroxine (schildklierhormoon).
  • Dit beïnvloedt de stofwisseling door de verbranding van glucose te stimuleren.
  • TSH stimuleert de secretie van thyroxine en de vorming van schildklierweefsel.
  • Thyroxine remt de secretie van TSH
  • Jodium (I) is noodzakelijk voor de vorming van thyroxine.

Slide 15 - Slide

De eilandjes van Langerhans
  • De eilandjes van Langerhans produceren de hormonen insuline en glucagon.
  • Bloedsuikerspiegel boven normwaarde? EvL produceren insuline. (Glucose --> glycogeen, opgeslagen in lever en spieren)
  • Bloedsuikerspiegel onder normwaarde? EvL produceren glucagon. (Glycogeen --> glucose, vrijgemaakt uit lever en spieren)

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Geef schematisch de omzetting van glucose naar glycogeen (en andersom) weer. Benoem hierbij ook insuline en glucagon

Slide 18 - Open question

De nieren en de bijnieren
  • De nieren produceren epo bij onvoldoende zuurstoftoevoer.
  • De bijnieren produceren adrenaline
  • Adrenaline werkt kort en snel (in tegenstelling tot andere hormonen);
  • Glycogeen wordt omgezet in glucose, je hart gaat sneller kloppen, je gaat sneller ademhalen, bloedvaten naar spieren en hersenen verwijden zich

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Aan het werk!
Wat:  Basisstof 1 en 2 van Thema 5
Hoe: Tweetallen, fluisteren of voor jezelf
Tijd: 15 minuten
Hulp: Raadpleeg je boek/buur en steek anders je vinger op
Klaar: Maak de afrondingsopdrachten van de skill (zie elo)
Uitkomst: Basisstof 1 en 2 van thema 5 zijn af

Slide 21 - Slide