What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
ww op -er brugklas hv
De regelmatige werkwoorden
op -er
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
De regelmatige werkwoorden
op -er
Slide 1 - Slide
b.v. parler = praten
Op de volgende dia zie je een filmpje.
Let goed op de verschillende vormen van 'parler'.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Wat is de stam van het werkwoord
parler
Slide 6 - Open question
Wat is de stam van het werkwoord
habiter
A
habite
B
habites
C
habit
D
habi
Slide 7 - Quiz
Wat is de stam van het werkwoord
donner
A
donnons
B
donn
C
donne
D
donnez
Slide 8 - Quiz
Wat is de stam van het werkwoord
aimer
A
aim
B
aimons
C
aimez
D
aiment
Slide 9 - Quiz
Wat is de stam van het werkwoord
détester
A
détes
B
déteste
C
detest
D
détest
Slide 10 - Quiz
We kunnen nu de stam opzoeken van een regelmatig werkwoord op -er
hele werkwoord:
donner
stam:
donn
Wat zijn de uitgangen die achter de stam komen?
je stam +
e
tu stam +
es
il/elle/ on stam +
e
nous stam +
ons
vous stam +
ez
ils/ elles stam +
ent
Slide 11 - Slide
Welke vorm klopt
je (donner)
A
donnes
B
donnons
C
done
D
donne
Slide 12 - Quiz
Welke vorm is juist?
nous (chanter)
A
chantons
B
chantez
C
chantent
D
chantes
Slide 13 - Quiz
Hoe vind je de stam van een w.w.
op -er ?
A
door -er eraf te halen
B
door niks te doen
C
door er de -r af te halen
Slide 14 - Quiz
Schrijf de stam op van het w.w.
aimer
Slide 15 - Open question
Schrijf de stam op van het w.w.
jouer
Slide 16 - Open question
Wat zijn de uitgangen van w.w. op -er?
Slide 17 - Mind map
Il ... à Paris.
A
habitent
B
habites
C
habite
D
habitez
Slide 18 - Quiz
J'aimes le quartier.
Correct
Niet correct
Slide 19 - Poll
Nous ... à Paris.
A
habitez
B
habitons
C
habite
D
habitent
Slide 20 - Quiz
Werkwoorden op -er. Sleep de vervoegingen van het werkwoord 'parler' naar de juiste persoon.
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
parle
parlez
parlons
parlent
parle
parles
Slide 21 - Drag question
Tu ... (danser)
Slide 22 - Open question
Elles ... (jouer)
Slide 23 - Open question
Hugo et Marc ... du piano.
A
joue
B
jouent
C
jouez
D
jouons
Slide 24 - Quiz
Les garçons ... le foot.
A
préférez
B
préfère
C
préfèrent
D
préférons
Slide 25 - Quiz
Camille et Daphne ... un film. (regarder)
Slide 26 - Open question
Patrick ... à l'opéra. (chanter)
Slide 27 - Open question
Werkwoorden op -er. Sleep de vervoegingen van het werkwoord 'parler' naar de juiste persoon.
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
parle
habitez
regardons
détestent
joue
danses
Slide 28 - Drag question
Slide 29 - Slide
More lessons like this
1hv les verbes en -er (présent) 2e keer herhalen
January 2023
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1hv les verbes en -er (présent) 2e keer herhalen
6 days ago
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Klas 3 ( verbes en ir-er-re)
November 2022
- Lesson with
32 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
ER - werkwoorden
January 2024
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Les verbes en -ER au present
February 2022
- Lesson with
15 slides
ER - werkwoorden
January 2025
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
ER - werkwoorden
February 2025
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
ER - werkwoorden
December 2024
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1