week 12

¡Hola!
¿Qué vamos a hacer?
  • noticias
  • preposiciones
  • verbos regulares (ar-er-ir)
Semana 12
1 / 31
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

¡Hola!
¿Qué vamos a hacer?
  • noticias
  • preposiciones
  • verbos regulares (ar-er-ir)
Semana 12

Slide 1 - Slide

Bewoners van het centrum van Madrid verzetten zich tegen overlast door filmopnames
Het centrum van Madrid is een populaire filmlocatie, maar bewoners klagen over toenemende overlast. Straten worden bezet door filmploegen, wat hun dagelijkse leven bemoeilijkt. De wijkvereniging Las Letras wil het aantal vergunningen beperken om openbare ruimte beter te beschermen.

In 2024 vonden in Madrid 41 films, 53 series 
en 430 reclameopnames plaats, met meer dan 
1000 vergunningen.
Hoewel filmopnames economische voordelen
 bieden, eisen bewoners een betere balans tussen industrie en leefbaarheid. De gemeente zoekt naar oplossingen om de impact op het dagelijks leven te verminderen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Películas y series rodeados 
en Madrid

https://madrid365.es/cultura/estas-son-las-peliculas-y-series-que-se-grabaron-en-madrid-en-2024-20250121-0713/

Slide 4 - Slide

Los deberes
L: woorden blok 1, 2 en 3
regelmatige werkwoorden -ar,-er,-ir 
LA: p. 103 OPDR. 5, p. 104 OPDR 1TM 4, p. 105  OPDR 7 
LE: ej. 6.1 TM  6.7 , 6.9, 6.10,  6.18



Slide 5 - Slide

Leerdoelen

  • Ik ken nieuwe Spaanse woordjes.
  • Ik ken de voorzetsels.
  • Ik kan de regelmatige werkwoorden vervoegen.

Slide 6 - Slide

Leerdoel
  • Ik weet de betekenis van de voorzetsels en kan ze goed gebruiken.

Waarom is dit belangrijk dat ik dat kan?
  • Om te vertellen of begrijpen waar iets of iemand zich bevindt.

Slide 7 - Slide

A, DE, EN

Slide 8 - Slide

Vamos de viaje

Vamos a escuchar 

LA pág 101 ej 3
leerdoel: vocabulario
LA p. 100/101 OPDR. 1 TM 3

Slide 9 - Slide

Vamos a practicar
Leerdoel: voorzetsels
Leerling 1 staat stil.
Leerling 2 gaat staan volgens instructie.

Slide 10 - Slide

¿Qué comunidad es?
¿Está al lado de...?
¿Está a la izquierda de ...?
¿Está entre ... y ....?  
Woordenlijst blok 2

Slide 11 - Slide

¿Qué país es?
¿Está al lado de...?
¿Está a la izquierda de ...?
¿Está entre ... y ....?  
Woordenlijst blok 2

Slide 12 - Slide

Leerdoel
  • Ik ken nieuwe woordjes in het Spaans (vervoersmiddelen) 

Waarom is dit belangrijk dat ik dat kan?
  • Voor het beheersen van een taal is woordenschat heel belangrijk. 
      Het is heel simpel, hoe meer woorden je kent hoe makkelijker het wordt om        te communiceren. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Vertaal de volgende zinnen
  • Op het platteland spelen een beer en een giraf.
  • Wij gaan met de auto naar de ingang.
  • De bus staat links van de trein.
  •  De vervoersmiddelen zijn praktisch.
  • Ik neem het vliegtuig naar Madrid. 

Slide 15 - Slide

Leerdoel
  • Ik kan de regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd vervoegen

Waarom is dit belangrijk dat ik dat kan?
  • Om te weten wie of over wie er gesproken wordt, op welk tijdstip het gesproken wordt en of de actie al gebeurd is, nu gebeurt of gaat gebeuren. 
  • Het persoonlijk voornaamwoord kun je in het Spaans weglaten voor een vervoegde vorm van een werkwoord.

Slide 16 - Slide

verbos regulares
yo
él, ella, usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos, ellas, ustedes
hablar
hablo
hablas
habla
hablamos
habláis
hablan
comer
como
comes
come
comemos
coméis
comen
vivir
vivo
vives
vive
vivimos
vivís
viven
praten
eten
wonen/leven
Leerdoel: werkwoorden

Slide 17 - Slide

De 3 stappen voor het vervoegen van regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd: 
HAKKEN
TELLEN
PLAKKEN
HABLAR 
HABL
TÚ = DE 2E PERSOON
AS = DE TWEEDE UITGANG 
HABLAS
HABLAS = 
JIJ PRAAT

Slide 18 - Slide

Stappen om te vervoegen
  • Elke werkwoord in het Spaans heeft een familie: -ar -er of -ir
  • Vind de stam door -ar, -er of -ir eraf te halen
  • plaats de bijbehorende uitgang achter de stam

Slide 19 - Slide

Juego de los verbos regulares en presente

Slide 20 - Slide

Zet de stappen voor het vervoegen in de juiste volgorde
van boven naar beneden
Juiste uitgang achter de stam plakken
-Er, -ir of -ar van het werkwoord afhalen
De stam houd je over

Slide 21 - Drag question

-AR werkwoorden 
-ER werkwoorden
-IR werkwoorden
hablar 
comer 
vivir
subir 
beber
trabajar
aprender
estudiar
pensar
tener
ir
estar

Slide 22 - Drag question

-ar
-er
-ir
-o
-as
-a
-amos
-áis
-an
-es
-e
-emos
-imos
-éis
-ís
-en

Slide 23 - Drag question

-AR werkwoorden 
-ER werkwoorden
-IR werkwoorden
hablar 
comer 
vivir
subir 
beber
trabajar
aprender
estudiar
pensar
tener
ir
estar

Slide 24 - Drag question

Werkwoorden
Maak de volgende opdrachten in je schrift.

Slide 25 - Slide

Verbos -ar
1. (Yo) ___________________(charlar) en el recreo con Paco.
2. (Vosotros) __________________(hablar) español.
3. Carmen y Paula ________________(trabajar) en el hotel.
4. (Tú) _________________________(chatear) por internet.
5. Pepe _________________________(estudiar) francés.
6. ¿Usted __________________________(bailar) flamenco?
7. ¿José y tú __________________________ (cantar)?

Slide 26 - Slide

Verbos -er
1. Esta noche mis padres y yo _____________________(comer) paella.
2. Los niños ________________________(beber) agua.
3. ¿Tú _________________________(aprender) español?
4. Yo _____________________(leer) el libro de Harry Potter.
5. ¿Y vosotros, qué ____________________(leer)?
6. Javi _________________________(vender) su bicicleta.

Slide 27 - Slide

Verbos -ir
1. ¿Dónde _____________________(vivir) vosotros?
2. Nosotros ______________________(vivir) en Valencia.
3. Yo _________________________(escribir) una carta a mi abuelo.
4. ¿________________________(abrir, tú) la ventana por favor?
5. Pepe ______________________(discutir) con Merche.
6. Los estudiantes _____________________(escribir) en el cuaderno.

Slide 28 - Slide

Klik aan:
hablar,
beber,
vivir

Kies: presente
Klik in de volgende dia op de link om naar verbuga te gaan. 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

Slide 31 - Link