H3.1 Wat is politiek

Hoofdstuk 3: Politiek
Paragraaf 1: Wat is politiek?
1 / 26
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3: Politiek
Paragraaf 1: Wat is politiek?

Slide 1 - Slide

& Hoofdstuk 3.2 Welke partij past het beste bij jou?

Slide 2 - Slide

Wat leer ik vandaag van mevrouw Tiemersma?
Ik kan de begrippen politiek & overheid uitleggen
Ik kan een voorbeeld van het algemeen belang noemen
Ik kan het verschil tussen een democratie en dictatuur uitleggen
Je kunt het verschil tussen politiek links en rechts met de kenmerken uitleggen
Je kunt het verschil tussen politiek links en rechts met een voorbeeld uitleggen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Hoe noem je mensen die in de politiek zitten?

Slide 6 - Open question

Belangrijke begrippen
Politici worden geholpen door ambtenaren, dat zijn personen die werken voor de overheid.
Ambtenaren: Politie, vuilnismannen en docenten.
Overheid: Alle politici en ambtenaren samen


Slide 7 - Slide

De politiek bemoeit zich alleen met het algemeen belang
Dingen die over het algemeen voor veel mensen belangrijk zijn.

Slide 8 - Slide

Op welke 2 manieren komt de overheid aan haar geld?

Slide 9 - Open question

Wat zijn de 4 kenmerken van een Maatschappelijk probleem?

Slide 10 - Open question

Politici maken keuzes over dingen die ook voor jou belangrijk zijn

Slide 11 - Slide

De wetten en regels worden gemaakt door politici die wij zelf gekozen hebben. Daarom noem je Nederland een democratie: wanneer de inwoners invloed hebben op de politieke besluiten.

Er zijn ook landen die niet vrij zijn. Daar waar één persoon of één groep de macht heeft en alles bepaald. Dit noem je een dictatuur
Ze krijgen de macht met hulp van het leger (geweld). Zij bepalen wat de tv en radio uitzenden & vaak is sociale media verboden

Slide 12 - Slide

0

Slide 13 - Video

2 soorten Democratie
Democratie = wanneer de inwoners invloed hebben op de politieke besluiten.
1. Directe democratie, als inwoners zelf mogen stemmen over een nieuwe wet of een lastig politiek probleem (referendum)
2. Indirecte democratie, wij kiezen volksvertegenwoordigers die namens ons de beslissingen nemen

Slide 14 - Slide

Kiesrecht
Je zelf verkiesbaar stellen, dus mensen kunnen op jou stemmen = passief kiesrecht
Je gaat zelf stemmen op iemand van een politieke partij= actief kiesrecht

Slide 15 - Slide

Verkiezingen
Elke partij heeft dan een lijsttrekker.
  • Voert debatten op tv. 
  • Is gezicht van de partij.  
Lijsttrekker: De belangrijkste man of vrouw van een politieke partij in verkiezingstijd.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Drag question

Slide 18 - Video

Slide 19 - Slide

rechtse partijen

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

linkse partijen

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

middenpartijen

Slide 24 - Slide

Na de verkiezingen
Om te kunnen regeren moeten partijen samenwerken.
Daarbij zullen ze altijd iets van hun standpunten moeten inleveren.
Afspraken waarbij alle partijen een beetje toegeven
compromis

Slide 25 - Slide

Lesopdracht
Maken: Paragraaf 1&2 van hoofdstuk 3: Politiek
Controleer je (foute) antwoorden goed en zorgvuldig.
Tijd: 20 minuten
Klaar? Maak nog wat extra oefeningen

Slide 26 - Slide