Les7-Toetsvoorbereiding

Lesprogramma vandaag
Laatste les voor de toets:
Materialen op Teams bij bestanden

Afronden werkboek+ bonuscheck - documentaire kijken
SE Criminaliteit (telt 30% mee)
1 / 24
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lesprogramma vandaag
Laatste les voor de toets:
Materialen op Teams bij bestanden

Afronden werkboek+ bonuscheck - documentaire kijken
SE Criminaliteit (telt 30% mee)

Slide 1 - Slide

Hoe voorbereiden?
Samenvatting maken, vetgedrukte woorden
Op Teams bij bestanden staan: Lessonups, uitlegfilmpje, boek en andere extra filmpjes

Slide 2 - Slide

Paragraaf 1
Verschillen misdrijven en overtredingen
Materiële en immateriële schade

Slide 3 - Slide

Het stelen van snoep bij de Kruidvat is een:
A
Misdrijf
B
Overtreding
C
Allebei
D
Geen van allen

Slide 4 - Quiz

Je bent minderjarig, pleegt een misdrijf en voert de HALT-opdracht goed uit dan heb je een:
A
strafblad
B
een klein strafblad
C
geen strafblad
D
een boete

Slide 5 - Quiz

Voor een overtreding kom je ook voor de rechter
A
Nee nooit
B
Soms, als je tegen de boete ingaat
C
Ja altijd
D
Als de officier van justitie dat wil

Slide 6 - Quiz

Paragraaf 2
De verschillende oorzaken van criminaliteit kennen en kunnen uitleggen
De verschillende criminaliteit kunnen toepassen

Slide 7 - Slide

In een dorp is er meestal een grotere
A
Onrust
B
Pakkans
C
Sociale Controle
D
Criminaliteit

Slide 8 - Quiz

Een grotere pakkans voor winkeldiefstal wil zeggen dat:
A
Er minder winkeldiefstal is
B
Er meer mensen voor gepakt worden
C
Er minder mensen gepakt worden
D
De kosten enorm stijgen

Slide 9 - Quiz

Paragraaf 3
Theorieën over criminaliteit kennen+ kunnen toepassen

Slide 10 - Slide

Als een crimineel zijn eigen handelen goed praat, dan past dit bij:
A
Aangeleerd gedrag theorie
B
Anomietheorie
C
Bindingstheorie
D
Neutraliseringstheorie

Slide 11 - Quiz

Als iemand zich negatief gaat gedrag doordat anderen hem negatief zien dan pas dit bij:
A
Aangeleerd gedragtheorie
B
Anomietheorie
C
Etikettentheorie
D
Neutraliseringstheorie

Slide 12 - Quiz

Dat mensen die criminaliteit plegen omdat ze geen legale manier van geld verdienen hebben. Past bij:
A
Aangeleerd gedragtheorie
B
Anomietheorie
C
Etikettentheorie
D
Neutraliseringstheorie

Slide 13 - Quiz

Paragraaf 4
Weten wat de politie mag met en zonder toestemming+ de begrippen daarbij kunnen uitleggen
Weten wat de officier van justitie doet+ de begrippen die daarbij horen kunnen uitleggen
De betekenis van HALT kunnen uitleggen

Slide 14 - Slide

De betekenis van seponeren is
A
Dat de rechter iemand vrijspreekt
B
Dat de OVJ afziet van vervolging
C
Dat iemand een strafblad krijgt
D
Dat iemand een boete moet betalen

Slide 15 - Quiz

In het proces-verbaal leest de officier van justitie
A
De verklaringen van de aangever
B
De verklaringen van de verdachte
C
Analyse van de videobeelden
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 16 - Quiz

Paragraaf 5
Het verloop van de rechtszaak kennen+ de begrippen
Weten wie welke rol heeft tijdens de rechtszaak+ alle begrippen
De verschillen straffen en maatregelen
Trias Politica

Slide 17 - Slide

De reactie van een advocaat op de officier van justitie noem je een.
BL: kies het beste antwoord
A
Requisitoir
B
Pleidooi
C
Verweer
D
B en C zijn beide juist

Slide 18 - Quiz

Een dagvaarding is:
A
Een uitleg waarvan je verdacht wordt
B
Een oproep om voor de rechter te komen
C
Een beschrijving welke dag het is
D
Een boete met betalingsvoorwaarden

Slide 19 - Quiz

Het zwaarder straffen van mensen om anderen te laten zien dat jij maar beter niks kunt doen heeft als doel:
A
Afschrikking
B
Preventie
C
Wraak
D
Resocialisatie

Slide 20 - Quiz

Het vonnis is een ander woord voor
A
Requisitoir
B
Proces-verbaal
C
Pleidooi
D
Uitspraak

Slide 21 - Quiz

Paragraaf 7
Verschillende soorten straffen en maatregelen
Preventie
Repressie

Slide 22 - Slide

Wat is GEEN voorbeeld van repressie
A
Meer agenten op straat
B
Meer gevangenisstraffen
C
Vaker taakstraffen uitdelen
D
Super snelrecht van relschoppers

Slide 23 - Quiz

Linkse politieke partijen zijn vaak meer voor:
A
Repressie
B
Preventie
C
Allebei
D
Geen van beiden

Slide 24 - Quiz