B3 Start Up Hoofdstukken 8+9

Vertaal naar het Engels: oma
A
oma
B
old mother
C
bomma
D
grandmother
1 / 18
next
Slide 1: Quiz
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Vertaal naar het Engels: oma
A
oma
B
old mother
C
bomma
D
grandmother

Slide 1 - Quiz

Schrijf in het Engels: neef

Slide 2 - Open question

Welk woord past in de zin: At your .... we played football outside
A
time
B
age
C
year
D
history

Slide 3 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: aunt
A
mier
B
oud
C
tante
D
onder

Slide 4 - Quiz

Schrijf in het Engels: scheiden

Slide 5 - Open question

Welk woord is FOUT geschreven?
A
marriage
B
honeymoon
C
gentelman
D
twin

Slide 6 - Quiz

Vertaal naar het Engels: alleenstaand
A
stand alone
B
alonestand
C
lonestand
D
single

Slide 7 - Quiz

Schrijf in het Engels: jong

Slide 8 - Open question

Vertaal naar het Engels: bruiloft
A
breloft
B
wedding
C
honeymoon
D
marriage

Slide 9 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: surname
A
zeurnaam
B
bijnaam
C
achternaam
D
voornaam

Slide 10 - Quiz

Welk woord past in de zin: I want .... at the age of 35
A
to bring up
B
to marry
C
to call
D
to take care of

Slide 11 - Quiz

Schrijf in het Engels: familielid

Slide 12 - Open question

Schrijf in het Engels: kleinkind

Slide 13 - Open question

Vertaal naar het Nederlands: husband
A
huisband
B
verband
C
vent
D
man

Slide 14 - Quiz

Vertaal naar het Engels: huwelijksreis
A
weddingrise
B
honeymoon
C
marriagetour
D
huniymun

Slide 15 - Quiz

Welk woord past in de zin: David and Claire make such a nice .....
A
work
B
dream
C
couple
D
divorce

Slide 16 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
girlfreind
B
birtday
C
granddaughter
D
partie

Slide 17 - Quiz

Schrijf in het Engels: nicht

Slide 18 - Open question