Ouderdomsziekten
1 / 16
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Waar denk je aan bij het woord dementie?
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Link
Slide 6 - Slide
Wat doet dopamine met de hersenen?
A
Helpt bij slaap, stemming en gevoelens van rust en kalmte
B
Een neurotransmitter met een overwegend stimulerende werking
C
Een neurotransmitter die belangrijk is voor de controle van bewegingen
Slide 7 - Quiz
Wat is geen motorisch (lichamelijk) symptoom van parkinson?
A
Trillingen van de ledematen
B
Problemen met de balans
C
Stijve spieren
D
Buikpijn
Slide 8 - Quiz
Waar denk je aan bij het woord vochtophoping?
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Na hoeveel uur geef je iemand wisselligging?
A
5 of 6 uur
B
Na 2 of 3 uur
C
Na 1 of 2 uur
D
1 keer per dag
Slide 12 - Quiz
Welke is een hulpmiddel voor Decubitus
A
Doff 'n donner
B
Tillift
C
Innocare systeem
D
Een steady
Slide 13 - Quiz
Bij deze wond ontstaan er wonden en blaren. Bij welke gradatie hoort deze omschrijving?
A
Graad 1
B
Graad 2
C
Graad 3 of 4
D
Alle gradaties
Slide 14 - Quiz
Decubitus
Oedeem
Parkinson
Dementie
