Wat neem je mee naar de toets:
Pen, potlood, gum, geodriehoek, koershoekmeter
Wat moet je kennen voor de toets:
* Je kunt loodlijnen tekenen
* Je kunt evenwijdige lijnen tekenen
* Je weet wat stompe, scherpe, rechte, gestrekte en volle hoeken zijn
* Je kunt hoeken meten
* Je kunt hoeken tekenen
* Je kunt driehoeken tekenen
* Je kunt kijkhoeken tekenen en meten