M2 H3 p1-p3 Formules en Vergelijkingen Quiz



Wat gaan we doen vandaag?


H3 Quiz paragraaf 1 tot en met 3
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson



Wat gaan we doen vandaag?


H3 Quiz paragraaf 1 tot en met 3

Slide 1 - Slide

Formules en vergelijkingen p1-3 quiz

Slide 2 - Slide

Bij een tabel kun je (een) .............
tekenen.
A
coördinaten
B
assenstelsel
C
grafiek
D
tabel

Slide 3 - Quiz

Wat betekent het snijpunt van deze twee grafieken?
A
Na 2 uur branden zijn de kaarsen beide 20 cm
B
De kaarsen zijn bij 10 cm even duur
C
De kaarsen zijn na 3 uur branden op
D
Na 3 uur branden zijn de kaarsen beide 10 cm

Slide 4 - Quiz



Wat zijn de coördinaten van het snijpunt van deze 2 grafieken?
A
2,4
B
(2,4)
C
(2,2)
D
(4,2)

Slide 5 - Quiz

Welke van hieronder is een vergelijking?
A
5p + 3 = 18
B
8 + 3 = 11
C
5 x 3 + 9

Slide 6 - Quiz

met welke methode kun je de vergelijking 5p + 3 = 18 NIET oplossen
A
grafiek te tekenen en af te lezen
B
inklemmen
C
stelling van Pythagoras
D
balansmethode

Slide 7 - Quiz

als je gaat Inklemmen dan:
A
maak je eerst een tabel en dan gok je tot je de oplossing hebt
B
teken je een grafiek en zoek het snijpunt

Slide 8 - Quiz

Hoeveel waardes moet je minstens berekenen in je inklemtabel?
A
2
B
3
C
4
D
tot je de juiste waarde hebt

Slide 9 - Quiz

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
10 + 2b = 60
A
b = 5
B
b = 30
C
b = 10
D
b = 25

Slide 10 - Quiz

Welke vergelijking hoort hierbij?
A
3b = 8
B
3b + 1 = 7
C
3b + 7 = 1
D
b = 7

Slide 11 - Quiz

Welke vergelijking hoort hierbij?
A
3b + 2 = 11
B
2b = 12
C
3b = 8
D
2b + 3 = 11

Slide 12 - Quiz

7b - 4 = 24
Wat wordt de vergelijking na stap 1?
A
7b = 20
B
7b = 28
C
7b -28 = 0
D
3b = 24

Slide 13 - Quiz

7b - 4 = 24
Wat is dan de oplossing voor b?
A
7b = 20 b = 13
B
7b - 28 = 0 7b = 28
C
7b = 28 b = 4
D
3b = 24 b =8

Slide 14 - Quiz

Los de vergelijking
2b+5=11
op
A
b = 3
B
b = 6
C
b = 3,5
D
b = 9

Slide 15 - Quiz

De vergelijking is 13a - 6 = 33.
De oplossing is a = 2
Klopt dit?...Controleer dit.
A
ja klopt
B
nee klopt niet
C
ik weet niet hoe ik dat moet controleren

Slide 16 - Quiz