7.2 Energie

1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 7.2
  • Je kunt uitleggen wat de twee functies  van de energierijke stoffen zijn
  • Je weet welke voedingsmiddelen je moet eten om voldoende energierijke stoffen binnen te krijgen
  • Je kunt uitleggen waarom de ene persoon meer energie nodig heeft dan de andere
  • Je kunt kilojoule omrekenen in kilocalorie en andersom
  • Je kunt uitleggen wat er met je gebit gebeurd wanneer je teveel suiker eet. 
  • Je kunt uitleggen hoe overgewicht ontstaat

Slide 2 - Slide

Herhaling. Geef een voorbeeld van een voedingsmiddel dat veel eiwitten bevat.

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Vragen bij video
1. Hoe wordt het begrip "energie' uitgelegd?
2. Welke energie eenheden worden er in de video genoemd?
3. Is voor iedereen de energiebehoefte even groot? Leg uit. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Energie 'meten'
Temperatuur meet je in graden Celsius
Gewicht meet je in grammen of kilogrammen
Energie meet je in Joules of calorieën
kJ  of kcal

Slide 8 - Slide

Wat betekent dit?
KJ = kilojoule
Kcal = kilocalorie
RI = referentie-inname van een gemiddelde volwassene

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat gebeurt er als je niet genoeg energie binnen krijgt?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video

Koolhydraten en vetten zijn goed voor energie. Maar wat als je er teveel van binnen krijgt?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Hoeveel joule zit er in 1 kilocalorie (kcal)?
A
4,2
B
1000
C
4200
D
Dat is niet te bepalen

Slide 17 - Quiz

In een mars zit 1021 kJ. Hoeveel kcal is dat?
(rond je antwoord af op een geheel getal)?

Slide 18 - Open question

Je verbruikt constant calorieën
Tijdens sporten

Tijdens school

Tijdens slapen (hoe?)

Per dag 10.000 – 12.500 kJ nodig

Slide 19 - Slide

Als je meer calorieën binnenkrijgt dan dat je verbruikt dan kom je aan
A
Waar
B
Niet waar
C
Dat is niet te bepalen

Slide 20 - Quiz

Body Mass Index

Om te bepalen of je een gezond gewicht hebt

Berekenen door (gewicht / (lengte*lengte))
- Gewicht in kg
 -Lengte in m


Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Waarom zijn er zoveel mensen
met overgewicht?


Bedenk in één minuut minimaal 3 redenen. Overleggen met buur mag.
timer
1:00

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Waarom zijn er zoveel mensen met overgewicht?

Slide 25 - Slide

Waarom zijn er zoveel mensen met overgewicht? (2)

Slide 26 - Slide

Van welke twee voedingsstoffen krijgen
mensen vaak teveel binnen? (T1)
(dit kan uiteindelijk leiden tot overgewicht)

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide