Waar moet je op letten?Voorbeeld: het werkwoord BETALEN
Je hoort een lange aa klank
ik betal -> ik betaal
Voorbeeld: het werkwoord REIZEN
je leest een Z
Ik reiz -> ik reis
Voorbeeld: het werkwoord BELOVEN
Je hoort een lange oo klank en je leest een V
ik belov -> ik beloof