26.09

stappenplan
1. voorzetsel
2 bijzonder werkwoord
3. onleden


naamval 1=onderwerp (hij)
naamval 3 = meew.vwp ( aan/voor hem)
naamval 4 = lijd. vwp. (hem)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

stappenplan
1. voorzetsel
2 bijzonder werkwoord
3. onleden


naamval 1=onderwerp (hij)
naamval 3 = meew.vwp ( aan/voor hem)
naamval 4 = lijd. vwp. (hem)

Slide 1 - Slide

Voorbeeldzinnen

1. voorzetsel
2. bijzonder werkwoord
3a. onleden onderwerp
3b ontleden meewerkend vwp
3c ontleden lijdend voorwerp


voorbeeldzinnen

1. Ohne _____ (haar)
2. ich gratuliere ( u)
3a. ________ (hij) ist 16.
3b. Ich gebe ____ (hem) etwas.
3c. Meine Mutter kennt ____ (hem) schon lange

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Je kunt de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits gebruiken.

Slide 3 - Slide

Ergänze jeweils die richtige Form des Personalpronomens (= persoonlijk voornaamwoord). Achte auf den richtigen Fall.


1 hem Durch ......................... können wir jetzt leider nicht kommen.
A
ihm
B
ihn
C
ihr
D
es

Slide 4 - Quiz

Ergänze jeweils die richtige Form des Personalpronomens (= persoonlijk voornaamwoord). Achte auf den richtigen Fall.


2 jullie Ich habe ......................... schon gesagt, dass ich gelernt habe.
A
sie
B
ihm
C
euch
D
dir

Slide 5 - Quiz

Wähle (kies) jeweils die richtige Form des Personalpronomens
(= persoonlijk voornaamwoord). Achte auf den richtigen Fall.


hun: Ich habe ......................... schon gesagt, dass ich gelernt habe.
A
sie
B
ihnen
C
euch
D
dir

Slide 6 - Quiz

Wähle (kies) jeweils die richtige Form des Personalpronomens
(= persoonlijk voornaamwoord). Achte auf den richtigen Fall.


3 jij: Warum weißt ......................... nicht, ob er morgen kommt?
A
dir
B
du
C
ich
D
mir

Slide 7 - Quiz

Ergänze das richtige Personalpronomen?
... (wij)konnten nicht länger warten
A
wir
B
ich
C
uns

Slide 8 - Quiz

Wähle den richtigen Personalpronomen (pers.vnw).
(jullie) Ich habe nach ______ gesucht.
A
ihr
B
euch (3)
C
euch (4)

Slide 9 - Quiz

Welche Kombination(en) von Präposition und Personalpronomen sind korrekt?
A
von dich
B
von du
C
von dir
D
von mich

Slide 10 - Quiz

Welche Kombination(en) von Präposition und Personalpronomen sind korrekt?
A
ohne dir
B
ohne ihn
C
ohne uns
D
ohne Sie

Slide 11 - Quiz

Welche Kombination(en) von Präposition und Personalpronomen sind korrekt?
A
aus ihr
B
aus ihm
C
aus wem?
D
aus ihnen

Slide 12 - Quiz

Hoe goed beheers jij de persoonlijke voornaamwoorden?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Slide 14 - Video

Slide 15 - Link

26.09

Slide 16 - Slide