1. Een zware aardbeving
2. Een open graf met daarvoor een engel
3. Wees niet bang. Jezus is opgestaan uit de dood
4. De plek waar Jezus lichaam heeft gelegen
5. Het goede nieuws aan de leerlingen vertellen dat Jezus uit de dood is opgestaan
6. Ze pakten Zijn voeten vast en vielen voor Hem op hun knieën