Les 7 ontharen

Ontharen



Beautylevel 1
Hoofdstuk 10

1 / 39
next
Slide 1: Slide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Ontharen



Beautylevel 1
Hoofdstuk 10

Slide 1 - Slide

Verschillende manieren
  • Depileren 
  • Epileren 
  • Definitief ontharen 

Slide 2 - Slide

Twee verschillende vormen van tijdelijk ontharen


  • Epileren: verwijder je de volledige haar incl de haarwortel.
  • Depileren: verwijder je alleen de bovenkant van de haar, nl de haarschacht.

Slide 3 - Slide

Depileren
Scheren: 
Nat scheren: scheermes
Droog scheren: ladyshave apparaat 

Schuren: 
Schuurpapiertje
Puimsteentje: dit geeft wel irritatie. Heeft ook een peelend effect. Kan alleen op plaatsen waar de hoornlaag dikker is.
 Knippen:  de haren worden stoppelig en bot.
 Ontharings- crème: kan een overgevoeligheidsreactie veroorzaken. Lost de haarschacht op waardoor deze afbreekt. Tast echter ook de hoornlaag aan. 

Slide 4 - Slide

Bij depileren haal je alleen de haarschacht weg

Slide 5 - Slide

Epileren
  • Pincet
Handmatig: gewone pincet, met ronde bek  voor een mindere vaste hand en  schuine bek voor hele korte haartjes.
Automatisch:  snel epileren

  • Harsen
Koude hars: wordt vaak gebruik op de grote oppervlakten. Deze is gebruiksklaar.
Warme hars:  breng je aan met een spatel of kwast of roller. De hars koelt af en stolt. Deze verwijder je met je vingers, behalve de rollerhars; deze verwijder je met een celstofstrip. 

Slide 6 - Slide

Epileren
Bij epileren haal je de haarschacht
 en haarwortel weg

Langdurig resultaat is afhankelijk van
 haargroeifases  

Slide 7 - Slide

Noem de verschillende ontharingsmethodes

Slide 8 - Open question

Soorten haren
Lanugohaar
Vellushaar
Intermediair haar en
Terminaal haar. 

Slide 9 - Slide

Lanugo haar
Lang, dun zijdezacht
Max. 1 cm.
Geen pigment
Over gehele lichaam
Mergloos
Tijdens embryonale fase

Slide 10 - Slide

Lanugo haar heeft
A
Pigment
B
Geen pigment

Slide 11 - Quiz

Vellus haar
Zacht en mergloos
Meestal ongepigmenteerd
Zelden langer dan 1 cm
Kinderen -> lichaam
Vrouwen -> gelaat

Slide 12 - Slide

Vellus haar is
A
Tijdelijk haar
B
Blijvend haar
C
Donshaar
D
Haar op de embryo

Slide 13 - Quiz

Intermediair haar
Overgangsfase van vellushaar naar terminaal haar.

Slide 14 - Slide

Welk haar ontwikkeld zich tijdens de pubertijd?
A
Vellushaar
B
Terminaal haar
C
Intermediair haar
D
Lanugo haar

Slide 15 - Quiz

Terminaal haar

Slide 16 - Slide

Terminaal haar
Grof
Gepigmenteerd
Verschillende lengtes
Hoofdhaar ( sieraad en warmte)
Okselhaar ( opnemen van transpiratievocht)
Schaamhaar (  signaal van vruchtbaarheid)
Lichaamshaar ( bescherming)
Snor- en baardhaar
Wimpers en wenkbrauwen ( bescherming van transpiratie)

Slide 17 - Slide

Wat is GEEN terminaal haar
A
hoofdhaar
B
okselhaar
C
baard
D
donshaar

Slide 18 - Quiz

Wat is GEEN functie van haar?
A
Bescherming tegen zon
B
Warmte
C
Hormoonstelsel goed houden

Slide 19 - Quiz

Opbouw haar
De haarschacht is de bovenkant van de haar die uit de huid steekt.
Vanuit de haarwortel wordt de haar gevoed 
Het haartje zit in een haarzakje.
De haarbol is de verdikking onderaan de haarwortel. Vanuit de haarpapil krijgt de wortel zijn voeding d.m.v. bloedvaatjes (haarvaatjes). Verder zitten er aan het haartje nog een spiertje en een talgkliertje vast. 

Slide 20 - Slide

Wat maakt geen deel uit de haar?
A
Merg
B
Vezellaag
C
Hoornlaag
D
Schuddenlaag

Slide 21 - Quiz

Welk 'stofje' bevind zich aan het haarzakje?
A
Zweet
B
Speeksel
C
Talg
D
Pus

Slide 22 - Quiz

4 definitieve ontharingsmethodes
Elektrisch ontharen
 Diathermie methode
  • Dmv warmte. De hoogfrequente wisselstroom wordt naar de haarfollikel geleid (naald), daar wordt een stroomstootje gegeven waardoor warmte ontstaat. Dit veranderd de haarpapil/matrix. De weefseleiwitten daarin coaguleren (stollen) waardoor de voeding naar het haartje word afgesloten.  
  • Je hebt hierin twee vormen: de flash (snel) hoge stroomsterkte, korte tijd)( ½ tot 2 sec) en je hebt de langzame vorm, legere stroomsterkte, langere behandeltijd. ( 4 tot 6 sec) 
  • Dit werkt op de haarpapil 

Slide 23 - Slide

4 definitieve ontharingsmethodes
Elektrisch ontharen
Blend methode (samenvoegen/mengen)
  • Twee verschillende soorten stroom nl. wisselstroom en gelijkstroom. Hierbij wordt ook met een naald gewerkt. Met de wisselstroom gebeurt hetzelfde als bij de diathermie maar door de gelijkstroom komt een chemische reactie vrij waarbij loogvorming/basevorming optreedt. Hierdoor worden de cellen van de wanden van de haarfollikel aangetast. En de wisselstroom versneld dit proces.
  • Dit werkt op de haarfollikel en haarpapil.
  • https://www.youtube.com/watch?v=Glm3mVk6I88

Slide 24 - Slide

4 definitieve ontharingsmethodes
Elektrisch ontharen
 Ontharen met lichtflits/lazer.
  • IPL (intens pulsed light) / foto-epilatie. Lichtflitsen worden aan de huid afgegeven. De haar absorbeert het licht via pigment en wordt omgezet in warmte. Als de kiemcellen (in de wortel) opgewarmd zijn, laat de wortel los van de voedingsbodem (bloedtoevoer). Dit duurt 2 tot 4 weken. Niet meteen resultaat. Pas na een aantal behandeling (+_ 3 behandelingen).
  • https://www.youtube.com/watch?v=W3EP1IlmnjU

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

4 definitieve ontharingsmethodes
Elektrisch ontharen
 Ontharen met lichtflits/lazer.
  • Lazer. Werkt ook als IPL met lichtflits en tegelijkertijd met warmte. Zeer geconcentreerd op een plek. Maar heeft ook een golflengte erbij (het rode lampje) heeft een hoger vermogen dan IPL en kan ook dieper gelegen haartje meteen pakken. Een lazer is duur!
  • https://www.youtube.com/watch?v=Ez31-5cEQEM naf 3:21

Slide 27 - Slide

Groeifase
  • Anagene fase / groeifase 
  • Deze fase duurt het langst 
  • (2 tot 25 jaar)
  • Groeisnelheid is 0,3 mm per dag 
  • Mergcellen veranderen in schorscellen 
  • Pigmentvorming van het haar  

Slide 28 - Slide

Groeifase
  • Katagene fase / overgangsfase 
  • Deze fase duurt enkele weken
  • Pigmentvorming neemt af en de haarwortel
  •  wordt kleurloos 
  • Haar zit nog vast  

Slide 29 - Slide

Tijdens de Telogene fase..
A
Stopt de haargroei
B
Groeit de haar heel hard
C
Valt de haar uit
D
Veranderd vellushaar in terminaal haar

Slide 30 - Quiz

Tijdens de Katagene fase...
A
Veranderd vellus haar in terminaal haar
B
Stopt de haargroei
C
Laat de haar los
D
Groeit de haar heel snel

Slide 31 - Quiz

Groeifase
  • Telogene fase / rustfase
  • Deze fase duurt enkele maanden 
  • Het haar ligt los in de follikel 
  • Er wordt een nieuwe haarmatrix gevormd                                (voor het nieuwe haar) 
  • Het oude haar valt uit  

Slide 32 - Slide

Wenkbrauwen epileren
Hierbij spelen de volgende aspecten een rol;
  •  Gezichtsvorm 
  • Vorm, dikte en lengte 
  • Modebeeld 

Je epileert alleen de onderkant van de wenkbrauw. Niet de bovenkant (er zijn natuurlijk uitzonderingen!)

Slide 33 - Slide

Epileren
Bepalen van de lengte en dikte van de wenkbrauw.
Dit doe je dmv een spatel en potloodje tegen de neusvleugel aan te leggen en precies over het binnen- en buiten- ooghoek te leggen. Daar de binnenkant van de spatel zet je dan een lijn. Dit geeft de natuurlijk lengte aan. 
De dikte bepaal je door de iris te plaatsen tussen de wenkbrauw en het geopend ooglid.

Slide 34 - Slide

Werkwijze epileren wenkbrauwen
  • Reinig de wenkbrauw grondig
  • Desinfecteer de wenkbrauwen
  • Desinfecteer je pincet
  • Bepaal de vorm, kam de haartjes en teken evt af.
  • Epileer de wenkbrauwhaartjes met de haargroei mee en span de huid goed op. Span op door van 1 cm, 2 cm te maken. Let hierbij op dat je niet op de oogbol druk.
  • Desinfecteer de huid opnieuw.
  • Kalmeer de huid: creme, kompress of masker. 

Slide 35 - Slide

Eindresultaat wenkbrauwen
  • Symmetrie en strakke lijn 
  • Geen wondje 
  • Ook de haartjes op de neusbrug zijn zoveel mogelijk verwijdert. 

Slide 36 - Slide

Bij welke methode spreek je van epileren?
A
knippen
B
schuren
C
harsen
D
scheren

Slide 37 - Quiz

Welke methode verwijderd alleen de haarschacht?
A
Epileren
B
Harsen
C
Knippen
D
Verwijderen met touwtje

Slide 38 - Quiz

Wat weet je nu van ontharen?

Slide 39 - Mind map