Domein 3 Meten en Meetkunde. Examentraining

Domein 3 
Meten en Meetkunde

1 / 37
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 2-4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Domein 3 
Meten en Meetkunde

Slide 1 - Slide

Wanneer examen?
Het examen is: 2 juni 8.30uur

Neem je ID-bewijs mee en oordopjes GEEN airpods!

Slide 2 - Slide

Planning
15-3 les 1: Oefenen domein 1 en maken opgaven
22-3 UITVAL Studiedag
29-3 UITVAL Studiedag
5 april les 2: Bespreken domein 2 en maken oefeningen
12 april les 3: Bespreken  domein 3 en maken oefeningen
19 april UITVAL: Afrondingsweek
26 april UITVAL: Vakantie 3 mei UITVAL: vakantie
10 mei les 4: Bespreken  domein 4 en maken oefeningen
17 mei en verder: Oefenen lastigste onderdelen en examens



Slide 3 - Slide


In situaties veelvoorkomende maten met elkaar in verband kunnen brengen.


Slide 4 - Slide

timer
1:00
Voorbeelden
meten en meetkunde?

Slide 5 - Mind map

Voorbeelden
- Bij een recept weten dat 0,5 dl op de maatbeker 50 ml is
- Muuroppervlakte bepalen i.v.m. kopen van verf of behang
- Voldoet jouw terras aan de vereiste m2 per persoon?
- Zand voor de zandbak koop je per kuub
- Plaatsen van wc's in een gebouw
- Maataanduidingen op verpakkingen kunnen lezen
etc etc

Slide 6 - Slide

Vandaag:
- Lessonup
- Oefentoets
- Quiz (Blooket)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

2

Slide 9 - Video

Wat is het ezelsbruggetje voor het rekenen met eenheden?
timer
0:30
A
Kan het dametje met de centimeter meten
B
Kan het dametje met de citroen mee
C
Kan hij dan melk door cacao mixen
D
Kleine hans de meter drinkt chocolade melk

Slide 10 - Quiz

Ezelsbruggetje nr 2:

Elke stap naar Rechts is keeR 10
Elke stap naar Links is gedeeLd door 10

Slide 11 - Slide

Schrijf nu het rijtje voor jezelf op...

Slide 12 - Slide

160 cm = ....... m ?
timer
0:30

Slide 13 - Open question

7,4 km = ....... m ?
timer
0:30

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

timer
1:00

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

timer
1:00

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Een "pond" is ........ gram
timer
0:30

Slide 20 - Open question

Een "ons" is ...... gram
timer
1:00

Slide 21 - Open question

Een ton (t) is ..... kilogram
timer
1:00

Slide 22 - Open question

0,6 L + 150 dl = ...... dl
A
150,6
B
210
C
156
D
150,06

Slide 23 - Quiz

timer
1:00
4000 cl
100 cl
800 cm
500 gram

Slide 24 - Drag question

Hoeveel meter is 22 km?
A
220.000
B
2.200
C
22.000
D
220

Slide 25 - Quiz

Hoeveel minuten is 10% van
60 minuten?
A
10 minuten
B
60 minuten
C
6 minuten
D
100 minuten

Slide 26 - Quiz

Hoeveel minuten is 15% van
60 minuten?
A
3 minuten
B
20 minuten
C
15 minuten
D
9 minuten

Slide 27 - Quiz

Als je 10% sneller bent dan 60 minuten krijg je een bonus. Hoeveel minuten mag je er dan maximaal over doen? .... minuten

Slide 28 - Open question

Je wilt om 10:05 uur op school zijn.
De rit duurt 01:15 uur.
Hoe laat moet je uiterlijk van huis om op tijd te zijn?
A
11:20 uur
B
8:50 uur
C
9:50 uur
D
8:45 uur

Slide 29 - Quiz

Hoeveel minuten is 1,8 uur?
(let op de komma!)
A
108 minuten
B
118 minuten
C
120 minuten
D
80 minuten

Slide 30 - Quiz

Maak af:
72 minuten is 1,.. uur. (antw: . , .)

Slide 31 - Open question

De fietser rijdt 16,8 km/u. Hoeveel km is dat in een kwartier?
A
8,4
B
5,6
C
4,2
D
3,3

Slide 32 - Quiz

De auto rijdt in anderhalf uur 135 km. Wat is de snelheid in km/u?
A
90 km/u
B
50 km/u
C
120 km/u
D
60 km/u

Slide 33 - Quiz

1 ton in geld (€) is:
A
€100.000
B
€1.000
C
€10.000
D
€100

Slide 34 - Quiz

1 ton in gewicht (kg) is:
A
100 kg
B
100.000 kg
C
10.000 kg
D
1000 kg

Slide 35 - Quiz

Maak een "kladblaadje"
Leer de rijtjes! 


Slide 36 - Slide

Welk tweedimensionaal figuur herken je?

Slide 37 - Open question