Je leert: 1. verschillende soorten personages onderscheiden
2. de ontwikkeling van een personage beschrijven
Lees de theorie op blz. 178.
Slide 2 - Slide
1.4 Tijd (blz. 185)
Lees de theorie
Slide 3 - Slide
1.4 Tijd (blz. 185)
Lees de theorie.
7 min. om na te denken over de tijd in jullie leesboek. Ga de dikgedrukte termen van blz. 185 langs.
Speelt de tijd een bijzondere rol in het boek?
Willen jullie dit wel of niet gaan noemen in jullie podcast?
timer
7:00
Slide 4 - Slide
Verhaal blz. 197
Lezen
Opdracht 1 zelf maken
daarna bespreken
Eerder klaar? Lees verder in je boek of werk aan de voorbereiding van je podcast.
timer
7:00
Slide 5 - Slide
Verhaal blz. 197
Lezen
Opdracht 1 zelf maken
daarna bespreken
Slide 6 - Slide
Opdracht 1 bespreken
1 De hoofdpersoon is een wat ouder kind dat zich verveelt. Of je een meisje of jongen voor je ziet is afhankelijk van de lezer. Er wordt geen uitsluitsel over gegeven.
De bijfiguren zijn de ouders, de visite en de kinderen in de straat. Natuurlijk ook het meisje dat geglimlacht heeft naar de hoofdpersoon.
2 De schrijver heeft door dit perspectief net wat meer afstand, maar blijft toch dicht bij de ervaringen en belevingen van de hoofdpersoon. Door de afstand is er wat meer mogelijkheid tot reflectie. Het zou niet geloofwaardig zijn als de ik-persoon deze situatie op deze manier zou analyseren.
Slide 7 - Slide
Opdracht 1 bespreken
3 In een tijd waarin er al wel relatieve luxe bestond. Campert schreef het verhaal na 1950. Opmerkelijk is dat er geen televisie genoemd wordt in het verhaal; pas vanaf het einde van de jaren 60 kregen meer mensen televisie in huis.
Slide 8 - Slide
Opdracht 1 bespreken
4 Aan de ene kant is dat niet waarschijnlijk, want door onder andere sociale media vervelen pubers zich niet zo snel (of ze vervelen zich wel en gaan dan op sociale media, maar ze zullen niet tegen hun ouders zeggen dat ze zich vervelen). Aan de andere kant is het gevoel van verveling heel herkenbaar, al passen de beschreven gesprekken eerder bij wat jongere kinderen dan bij middelbare scholieren.
Slide 9 - Slide
Opdracht 1 bespreken
5 Het lage verteltempo past zo goed bij het verhaal, omdat het onderwerp ‘verveling’ is. De traagheid van het vertellen sluit aan bij het gevoel dat je hebt als je je verveelt. De tijd verstrijkt langzaam als je je verveelt.
6 Nee, de plaats van handeling is ‘thuis’. Vanaf de zinnen ‘Leuk buiten spelen met je bal! Je zag de lange lege zondagse straat voor je’ wordt beschreven wat de ik-persoon zich voorstelt.
Slide 10 - Slide
Opdracht 1 bespreken
7 Inleiding: Het was op… t/m ‘Ik verveel me zo.’
Middenstuk: Nu begonnen zij… t/m …kreunen, smakken en hijgen.
Slot: Het was nacht. t/m …meer te vervelen.
8 opsomming van dingen die de hoofdpersoon volgens de volwassenen zou kunnen gaan doen (‘Ga een boek lezen’, ‘Ga tekenen’, ‘Ga leuk buitenspelen’)
9 In de inleiding en het middenstuk wordt de werkelijkheid beschreven; in het slot de verbeelding van de ik-persoon.
Slide 11 - Slide
Opdracht 1 bespreken
10 In het slot snijdt Campert het eigenlijke thema van het verhaal aan. Daarin wordt een ode gebracht aan de verbeelding. Verbeelding is voor elk mens beschikbaar en een uiterst probaat middel tegen verveling. De rest van het verhaal gaat over ‘verveling’. Dat is het onderwerp van het verhaal.