Unidad 1 Lección 1 6-11

¡Bienvenidos!
  • En tu mesa (= op je tafel):
  • Libro de texto  (tekstboek)
  • Libro de trabajo (werkboek)
  • Cuaderno (schrift)
1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos!
  • En tu mesa (= op je tafel):
  • Libro de texto  (tekstboek)
  • Libro de trabajo (werkboek)
  • Cuaderno (schrift)

Slide 1 - Slide

Hoy (= vandaag)
  • Huiswerk check
  • Huiswerk komende week
  • Herhaling van voor de vakantie
  • El calendario de la clase

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Aan het einde van deze les ken de ik, jij & hij/zij vorm van de werkwoorden llamarse, tener & ser.
  • Aan het einde van deze les ken je de Spaanse vraagwoorden
  • Aan het einde van deze les kun je praten over belangrijke data op een kalender

Slide 3 - Slide

Huiswerk check

Slide 4 - Slide

Huiswerk komende week 
  • Maken: werkboek Unidad 1 p. 12 opdr. 13 + 14, p. 13 opdr. 1+2, p. 14+15 opdr. 4 + 6
  • Leren: Tekstboek p. 129 ¿De dónde eres?, ¿Qué idiomas hablas? & Las lenguas de la clase.

Slide 5 - Slide

Herhaling voor de vakantie
  • Werkwoorden llamarse, tener y ser
Llamarse
Tener
Ser
yo
me llamo
tengo
soy
te llamas
tienes
eres
él/ella/
usted
se llama
tiene
es

Slide 6 - Slide

Vraagwoorden
Vraagwoord
Betekenis
Voorbeeldzin
¿Cómo?
¿Cuál(es)?
¿Cuándo?
¿Cuánto/a/os/as?
¿Dónde?
¿Qué? + ¿Quién(es)?
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Vraagwoorden
  • Cómo = hoe ¿Cómo te llamas?
  • Cuál(es) = welk(e) ¿Cuál es su número de teléfono?
  • Cuándo =  wanneer ¿Cuándo es el cumple de Laura?
  • Cuánto/a/os/as  = hoeveel ¿Cuántos años tienes?
  • Dónde = waar ¿Dónde está el supermercado?
  • Qué = wat ¿Qué significa 'el cumple'?
  • Quién(es) = wie ¿Quién es tu profe favorito?

Slide 8 - Slide

El calendario de la clase

Slide 9 - Slide

Stap 1
  • Wat zijn belangrijke data die in je kalender moeten komen te staan (feestdagen, vakantie, etc.)
  • Als je het hierover eens bent vul je deze data in je kalender in. IN HET SPAANS
  •  
Febrero
14: el Día de San Valentín

Slide 10 - Slide

Stap 2
  • Vul de verjaardagen van alle groepsgenoten in.
  • Probeer ook de verjaardagen van zoveel mogelijk klasgenoten in. 

Slide 11 - Slide

Stap 3 
  • 1 groepje gaat alle data verzamelen.
  • Per groepje leest 1 persoon de data die zij op hun kalender hebben staan voor in het Spaans 

Slide 12 - Slide

Stap 4

Slide 13 - Slide