Les 3 (1B): laatste les voor de toets

Thema 1: wie ben ik?
Telefoons in de tas, 
boeken op tafel
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 1: wie ben ik?
Telefoons in de tas, 
boeken op tafel

Slide 1 - Slide

Plaatsbepalen
Wat is nodig om de plaats te bepalen?

Slide 2 - Slide

Plaatsbepalen
Hoe geef je de plaats aan van een schaakstuk?

Slide 3 - Slide

Plaatsbepalen
Bijvoorbeeld: E4
  • Lijn E en lijn 4 kruisen elkaar op een vlak. 
  • Dat werkt met coördinaten hetzelfde.
  • Google Earth

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

plaatsbepalen
Twee lijnen: 
Breedtegraad, geeft aan hoe ver je van de evenaar af bent
  • Noorderbreedte
  • Zuiderbreedte
Lengtegraad, geeft aan hoe ver je van de nulmeridiaan af bent
  • Oosterlengte
  • Westerlengte

Slide 10 - Slide

Plaatsbepaling
Nederland ligt tussen de 51° en 53° noorderbreedte, en tussen de 4° en 6° oosterlengte.
Coördinaten van NL:
  • 51°-53° NB, 4°-6° OL

Slide 11 - Slide

Plaatsbepalen
Wanneer je dus de coördinaten wilt aangeven van een plek, geef je dus aan op welke breedtegraad en welke lengtegraad het zich bevindt.

Slide 12 - Slide

Waarvoor worden coördinaten gebruikt?

Slide 13 - Open question

Keuze 1: in tweetallen elkaar de begrippen overhoren
Keuze 2: extra uitleg/hulp van mij in een klein groepje
Keuze 3: het maken van een woordweb van blok 1 en 2
Keuze 4: oefenen met flashcards
timer
1:00
Hoe? Dit doe je op een laag volume.
Uitkomst? Op deze manier leer je voor de toets van morgen.
Klaar? Kies voor een andere optie, die je ook kunt doen.

Slide 14 - Slide

Geschreven bronnen
Bronnen die bestaan uit tekst/tekens/getallen:
  • Boeken
  • Brieven
  • Rekeningen
  • Documenten

Slide 15 - Slide

Ongeschreven bronnen
Bronnen zonder tekst:
  • Gebouwen
  • Voorwerpen
  • Meubels
  • Botten
  • Bodemlagen

Slide 16 - Slide

Wat is een bron?
A
alles waardoor je iets te weten kunt komen over het verleden.
B
het verleden
C
alles waar je iets te weten kunt komen door het heden.
D
een prehistorische pot

Slide 17 - Quiz

Waarom gebruiken we verschillende bronnen om het verleden te bestuderen?
A
Omdat niet elke bron even betrouwbaar is.
B
Omdat we houden van extra huiswerk.
C
Omdat sommige bronnen al niet meer bestaan.
D
Omdat alle bronnen door dezelfde personen gemaakt zijn.

Slide 18 - Quiz