Poëzie les 3 4H 24 mei 2022

Dinsdag poëzie les 3
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Dinsdag poëzie les 3

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
1. Terugblik vorige les 
2. Ritme en klank in poëzie
3. Huiswerk bespreken
4. Beeldspraak in gedicht 2022 van stadsdichter van Amsterdam Marjolijn van Heemstra opzoeken 
5. Huiswerk 
6. Volgende keer: rijm en een korte geschiedenis van poëzie

Slide 2 - Slide

Poëzie op alle niveaus van de tekst
- typografisch niveau: bladspiegel, typografisch wit, opmaak
- tekstniveau: inhoud en indeling in strofen (sonnet)
- zinsniveau:  afbreking in regels (enjambement),  beeldspraak, verschillende soorten rijm of juist vrij vers
- woord/woordgroep niveau: neologisme, woorden met elkaar versterkende of juist tegenstrijdige betekenis

Slide 3 - Slide

Vormen van beeldspraak
- Vergelijking: met als. Bijv. zo rood als een tomaat.
- Metafoor: impliciete vergelijking (object wordt weggelaten, alleen het beeld wordt gebruikt)
Voorbeeld: "Wat een zwijnestal hier".  (De ruimte ziet er als een zwijnestal uit)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Klank en ritme in poëzie

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Ritme in poëzie
- Ritme in een gedicht wordt onder andere bepaald door het metrum.
- Metrum = (vers) maat
- Metrum wordt bepaald door de afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen
- Daarnaast wordt het ritme van een gedicht ook bepaald door lengte (kort, lang), hard-zacht, snel-langzaam en ....stiltes.. 
 



Slide 8 - Slide

Oefening metrum
Op een made van Kees Stip

Bepaal van de volgende twee dichtregels welke lettergrepen beklemtoond zijn

Dit weekend ging een groepje maden
in Scheveningen pootje baden ....

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Voorbeelden metrum
- Jambe.
- Trochee
- Anapest 
- Dactylus 
 



Slide 11 - Slide

Analyse gedicht
- Welke poëtisch taalgebruik zie je terug in het gedicht?
Tip: let op tegenstellingen of overeenkomsten in het gedicht 
- Waar gaat het gedicht Niet te geloven van Remco Campert over denk je?
- Kun je in het gedicht voorbeelden aanwijzen die jouw interpretatie van het gedicht ondersteunen?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Huiswerk 14 juni
- Lees op pagina 41 klemtoon en op pagina 43 rijmschema in Nieuw Nederlands Literatuur.
- Lees de theorie op pagina 40, 41, 42 en 43 in Nieuw Nederlands Literatuur.
Zoek een gedicht op internet of in een gedichtenbundel dat je mooi vindt en zet het op Teams en/of neem mee naar de les. 
- Probeer je Loesje af te maken
- Volgende les rijm en geschiedenis poëzie (heel kort) + oefenen met schrijven van een gedicht

Slide 14 - Slide