MD Magnetische velden - Les1 - Magnetisme en basisbegrippen

Magnetische velden
ELE1C Hoofdstuk 2
Magnetisme en basisbegrippen magnetische velden
1 / 23
next
Slide 1: Slide
ElectronicaMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Magnetische velden
ELE1C Hoofdstuk 2
Magnetisme en basisbegrippen magnetische velden

Slide 1 - Slide

Lesdoelen voor deze les
  1. Je weet in welke twee groepen magneten worden onderverdeeld;
  2. Je weet welke eigenschappen magneten hebben;
  3. Je kent de drie basisbegrippen voor magnetische velden;
  4. Je kunt basisberekeningen maken met de basisbegrippen.

Slide 2 - Slide

Wat weet je over magnetisme?
  1. Pak pen en papier
  2. Schrijf in 1 minuut op wat je zelf al weet over magnetisme
  3. Vorm met je buurman een groepjesen vergelijk wat jullie al weten (2 min)
  4. Via de spinner (2 groepjes) (2 min)

Slide 3 - Slide

Waar komt magnetisme in voor?

Slide 4 - Slide

Hoe ontstaat magnetisme?
Magnetisme ontstaat doordat de elektronen niet alleen om de kern draaien maar ook om hun eigen as spinnen (elektronenspin)

Slide 5 - Slide

Onderverdeling magneten
  1. Permanente magneten


  2. Elektromagneten

Slide 6 - Slide

Belangrijkste eigenschappen van magneten
  1. Ze oefenen een kracht uit op: ijzer, nikkel en kobalt
  2. Om en in de magneet is een magnetisch veld aanwezig. Het magnetisch veld wordt aangegeven door veldlijnen (deze hebben een richting!!!)
  3. De veldlijnen lopen buiten de magneet van NOORD (N) naar ZUID (S)
  4. Veldlijnen zijn gesloten lijnen. In de magneet lopen ze dus van ZUID naar NOORD.
  5. Gelijke polen stoten elkaar af, ongelijke polen trekken elkaar aan.

Slide 7 - Slide

Basisbegrippen voor magnetische velden

  1. Magnetische flux
  2. Fluxdichtheid
  3. Veldsterkte

Slide 8 - Slide

Magnetische flux
Magnetische flux is te vergelijken met de elektrische stroom I.
Het is de magnetische stroom die door stoffen heen gaat. Magnetische veldlijnen kunnen zichtbaar worden gemaakt.

De grootheid die bij magnetische flux hoort is        (fie)
De eenheid waarmee de magnetische flux wordt uitgedrukt is Weber [Wb].
Φ

Slide 9 - Slide

Magnetische flux
De magnetische flux wordt weergegeven met lijnen en heeft een richting. Daarom zetten we op de lijnen altijd pijlpunten waarmee we de richting aangeven. Hoe meer fluxlijnen (ook wel veldlijnen of krachtlijnen genoemd) hoe groter de magnetische flux is.

Slide 10 - Slide

Magnetische fluxdichtheid
Magnetische fluxdichtheid is de concentratie fluxlijnen per m². De fluxdichtheid zegt iets over de sterkte van het magnetische veld. des te hoger de fluxdichtheid des te sterker de magneet.

De grootheid die bij magnetische fluxdichtheid hoort is B.
De eenheid waarmee de magnetische fluxdichtheid wordt uitgedrukt is Tesla [T].

Slide 11 - Slide

Magnetische fluxdichtheid
De magnetische fluxdichtheid wordt gemeten per m². De formule om de magnetische fluxdichtheid te berekenen is:
                                                         LET OP!!! A is in m²
B=AΦ
[T]

Slide 12 - Slide

Magnetische fluxdichtheid
Een magneet heeft een oppervlakte aan de polen van 5 cm2 en een fluxdichtheid van 0,6 T. Hoe groot is de magnetische flux van deze magneet?

Slide 13 - Slide

Magnetische fluxdichtheid
Een magneet heeft een oppervlakte aan de polen van 5 cm² en een fluxdichtheid van 0,6 T. Hoe groot is de magnetische flux van deze magneet?
B=0,6T     en    A=5cm² ->
5104m2=0,0005m2
Φ=BA=0,6T0,0005m2=0,0003Wb=0,3mWb

Slide 14 - Slide

Magnetische veldsterkte
Magnetische veldsterkte is een maat welke aangeeft hoe sterk het magnetische veld is op een bepaald punt rond de bron. Hoe verder van de bron hoe zwakker het magnetische veld en dus de veldsterkte.
De grootheid die bij magnetische veldsterkte hoort is H.
De eenheid waarmee de magnetische veldsterkte wordt uitgedrukt is Ampère per meter [A/m].

Slide 15 - Slide

Magnetische veldsterkte
Met de veldsterkte meten we met hoeveel kracht (N) per hoeveelheid flux de magneet een ander voorwerp aantrekt. De formule die daarbij hoort is:
H=ΦF
[A/m]

Slide 16 - Slide

Magnetische veldsterkte
In het magnetisch veld van magneet 1 brengen we magneet 2 met een flux van 0,3 mWb. Op magneet 2 wordt daardoor een kracht uitgeoefend van 1,2 N. Bereken de veldsterkte op dat punt in het magnetisch veld.

Slide 17 - Slide

Magnetische veldsterkte
In het magnetisch veld van magneet 1 brengen we magneet 2 met een flux van 0,3mWb. Op magneet 2 wordt daardoor een kracht uitgeoefend van 1,2N. Bereken de veldsterkte op dat punt in het magnetisch veld.
F=1,2N    en       =0,3mWb  ->
0,3103Wb=0,0003Wb
.                                                       A/m
H=ΦF=0,0003Wb1,2N=4000
Φ

Slide 18 - Slide

3 vragen
Pak pen en papier.

Bij elke vraag krijg je 20s om het antwoord op te schrijven. Daarna kiest de spinner wie het antwoord geeft.

Succes!

Slide 19 - Slide

Vraag 1
Noem de twee groepen waarin we magneten onderverdelen?
timer
0:20

Slide 20 - Slide

Vraag 2
Noem de drie basisbegrippen van magnetische velden.
timer
0:20

Slide 21 - Slide

Vraag 3
De magnetische veldlijnen lopen buiten de magneet van ...... naar .......
timer
0:20

Slide 22 - Slide

Opgaven
Extra oefenopgaven zodat je bekend raakt met de eigenschappen en termen van magnetische velden.

Slide 23 - Slide