Mens en activiteit hoofdstuk 1

Mens en activiteit
Kennismaken met organisaties.

1 / 17
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

Mens en activiteit
Kennismaken met organisaties.

Slide 1 - Slide

Doelen:
De leerling kan online inloggen in de methode.
De leerling weet wat je mee moet nemen naar de les.
De leerling op welke manier er wordt gewerkt in de lessen.
De leerling weet wat activiteiten zijn.
De leerling weet welke organisaties activiteiten aanbieden.
De leerling kan over een organisatie een poster maken.

Slide 2 - Slide

Online inloggen:
Ga naar: Uitgeversgroep
Inloggen met je school-email.
Wachtwoord aanmaken.
Licentiecode achterop boek invoeren.

Slide 3 - Slide

Nodig voor de les:
Lesboek: mens en activiteit.
Pen.
Opgeladen iPad.
Spullen vergeten? Bij 2e keer 1 uur terugkomen .

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Uitleg hoofdstuk 1:
Wat is een activiteit.
Waarom zijn activiteiten belangrijk.

Slide 6 - Slide

algemeen:
Activiteiten organiseren leer je al heel jong. Vroeger op het schoolplein werden plannetjes bedacht, er werd druk overlegd over wie bij wie ging spelen. Zo heb je misschien wel op woensdagmiddag koekjes gebakken of liep je als prinses of ridder verkleed door het huis. Jij bedacht deze activiteiten en voerde ze daarna uit, alleen of met vriendjes of vriendinnetjes.

Nu je ouder bent, ga je leren om zelf activiteiten voor anderen te bedenken. Die activiteiten hebben een doel. Je wilt dat de ander in actie komt om iets te gaan ondernemen. Dit kunnen bijvoorbeeld activiteiten zijn die gericht zijn op samenwerken, ontspanning of het aanleren van nieuwe vaardigheden.

Slide 7 - Slide

Welke antwoord is fout?

Activiteiten zijn belangrijk...
A
omdat je andere mensen ontmoet
B
Er is eten erbij
C
om te ontspannen en om je zorgen te vergeten
D
om regelmaat in je dag te vinden

Slide 8 - Quiz

Uitleg organisaties:
Kinderopvang.
Brede scholen en intergale kindcentra.
Buurthuis of wijkcentrum.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Uitleg organisaties:
(Crisis)opvang.
Dagbesteding.
Verpleeg-, verzorgingshuis en (woon) zorgcentrum.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

wat is het verschil tussen een verpleeghuis en een verzorgingshuis?
A
bij een verpleeghuis wonen met een intensieve zorgvraag
B
in het verzorgingshuis is de zorg intensiever

Slide 13 - Quiz

Poster maken:
Verdelen begrippen (blz. 94/95).
Op de poster moet staan: wie komt daar, voor welke leeftijd is het, welke activiteiten worden er aangeboden.

Slide 14 - Slide

Poster maken:
Voorbeelden van organisaties in Gouda of in de buurt, de opleiding die je nodig hebt om daar te kunnen werken.

Slide 15 - Slide

Poster maken:
Gebruik hierbij werkkaart 3 blz. 261/262 boek. Maak een foto van je poster en lever deze in in CR.

Slide 16 - Slide

Afsluiting:
Lesevaluatie.
Vooruitblik volgende les.
Huiswerk.

Slide 17 - Slide