This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom!
Ga rustig zitten en zet je spullen op tafel.
Slide 1 - Slide
Wat weten jullie ng van vorige les?
Slide 2 - Mind map
Planning
Rekenen
Engels
Taal
Spelling
Slide 3 - Slide
REKENEN
wat weten jullie nog??
Slide 4 - Slide
Wat is de som van 35 + 57?
A
104
B
78
C
92
D
68
Slide 5 - Quiz
Wat is het verschil tussen 83 en 26?
A
57
B
68
C
37
D
94
Slide 6 - Quiz
Hoeveel is 41+18?
A
72
B
86
C
37
D
59
Slide 7 - Quiz
Wat is de uitkomst van 75-43?
A
18
B
32
C
67
D
53
Slide 8 - Quiz
Engels
Wat weten we nog?
Slide 9 - Slide
A
Mouse
B
Chicken
C
Cat
D
lion
Slide 10 - Quiz
A
rhino
B
elephant
C
rat
D
hippo
Slide 11 - Quiz
A
Rat
B
Rabbit
C
Fish
D
racoon
Slide 12 - Quiz
A
Crocodile
B
Frog
C
turtle
D
fish
Slide 13 - Quiz
A
Bird
B
Parrot
C
Papebird
D
Parry
Slide 14 - Quiz
A
Papillon
B
Flyer
C
Flinder
D
Butterfly
Slide 15 - Quiz
Where do you see the colour green ?
A
B
C
D
Slide 16 - Quiz
Where do you see the colour blue?
A
B
C
D
Slide 17 - Quiz
Where do you see the colour pink ?
A
B
C
D
Slide 18 - Quiz
Where do you see the colour yellow ?
A
B
C
D
Slide 19 - Quiz
Where do you see the colour red ?
A
B
C
D
Slide 20 - Quiz
Where do you see the colour orange ?
A
B
C
D
Slide 21 - Quiz
Taal
Wat weten we nog?
Slide 22 - Slide
Maak de zin af: Ik vind dit een ....
A
leuk liedje, omdat ...
B
irritant liedje, omdat ...
Slide 23 - Quiz
Wat is van toepassing op dit liedje/deuntje van de Efteling?
A
Ik weet zonder het te horen, hoe het liedje/deuntje verder gaat.
B
Ik moet het liedje/deuntje eerst weer eens horen, voordat ik weet hoe het verder gaat.
Slide 24 - Quiz
Deze borden kom je vaak tegen op het station. Wat betekent dit bord?
A
uitgang
B
busstation
C
opbergplaats voor bagage
D
wachtruimte
Slide 25 - Quiz
Klopt deze uitspraak?
“De kans dat een liedje of deuntje een oorwurm wordt, is even groot bij een liedje dat je vaak hebt geluisterd als bij een liedje dat je niet vaak hoort”
A
B
Slide 26 - Quiz
Van welk bedrijf is het logo?
A
McDonald's
B
kentucky fried chicken
Slide 27 - Quiz
Van welk bedrijf is het logo?
A
Whatsapp
B
Snapchat
C
Apple
D
Facebook
Slide 28 - Quiz
Ik weet wat pictogrammen, logogrammen en logo's zijn.
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
Slide 29 - Quiz
Spelling
Wat weten we nog?
Slide 30 - Slide
De juf rende over de dijk.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
Slide 31 - Quiz
Frederique kookte gisteren uitgebreid voor haar familie.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
Slide 32 - Quiz
b....wen
A
OU
B
AU
Slide 33 - Quiz
Volgende maand gaan/gingen we hopelijk naar de Efteling.