This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
H3 Geld over en te kort BB 3.1 Waarom sparen?
3.2 Kopen op krediet
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen 3.1 en 3.2
Verschillende doelen om te sparen benoemen.
Uitleggen waarom de rente kan verschillen.
Verschillende redenen om geld te lenen uitleggen.
Uitleggen hoe het proces van lenen werkt.
Uitleggen welke kosten verbonden zijn aan een lening.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Wat weet je al over sparen en lenen?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Doelen van sparen
Het opzij zetten van geld voor toekomstig/later gebruik.
Redenen om te sparen:
voor een doel,
uit voorzorg,
voor de rente.
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
Rente verschillen
Een vergoeding die je ontvangt voor het uitlenen van je geld of die je betaalt voor het lenen van geld.
Rente voor spaargeld is lager dan rente voor uitlenen geld
Slide 5 - Slide
This item has no instructions
Lenen
Het ontvangen van geld met de afspraak dit bedrag later terug te betalen, vaak met rente.
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Het proces van lenen
Diverse beweegredenen om geld te lenen.
Hoe het leenproces in zijn werk gaat.
Slide 7 - Slide
This item has no instructions
Kosten van een lening
De totale uitgaven verbonden aan het lenen van geld, inclusief rente en mogelijke bijkomende kosten.
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 9 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 10 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 11 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.