Les 2 - Genotmiddelen

• Burgerschap
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Thema 8 - Gezondheid en seksualiteit - les 2 - Genotmiddelen

Terugblik

In de vorige les hebben wij:

• Geleerd wat een leefstijl is;
• Gekeken naar onze eigen leefstijl;
• Nagedacht over gezonde en ongezonde keuzes,

Lesprogramma

• leer- en lesdoelen
• Opdracht 'Genotmiddelen'
• Opdrachten 'Legaliseren'
• Opdracht 'Verslaving'
• Bespreken les- en leerdoelen 

lesdoelen

Aan het einde van les heb ik:

•  Samengewerkt met een klasgenoot;
• Onderzoek gedaan naar de gevaren van drugs.

• Heb ik geleerd wat genotmiddelen zijn;
• Heb ik geleerd welke regels er in Nederland zijn over genotmiddelen;
• Heb ik geleerd hoe je verslaving kunt herkennen.

Opdracht 1: Genotmiddelen

Maak opdracht 1 op blz 278 en 279 in tweetallen.

Veel mensen drinken koffie om wakker te worden, of een glas bier of wijn om te ontspannen. En onder jongeren zijn partydrugs zoals xtc populair. Dit zijn allemaal voorbeelden van genotmiddelen. Genotmiddelen zijn middelen waardoor je je anders gaat voelen, bijvoorbeeld rustiger of energieker. Als je een genotmiddel vaak of in grote hoeveelheden gebruikt, kan dat slecht zijn voor je gezondheid.

Als een genotmiddel erg schadelijk is voor je gezondheid, wordt het meestal verboden door de overheid. Daarom zijn de meeste drugs in Nederland verboden. Het gebruik van tabak en alcohol is ook schadelijk voor je gezondheid, maar niet verboden. Wel probeert de overheid ervoor te zorgen dat rokers stoppen en dat mensen niet teveel drinken. Bijvoorbeeld door roken en drinken steeds duurder te maken.

Het viel toch wel mee met de gevaren van xtc? Denk niet dat xtc een snoepje is, want je kunt eraan sterven. Die kans neemt toe nu de pillen steeds sterker worden. Dat stelt het Trimbos-instituut. Uit onderzoek blijkt dat een op de 250 gebruikers van xtc bij de eerste hulp belandt. En dat de partydrug een aandeel heeft in de dood van bijna acht mensen per jaar.

Opdracht 2: Legaliseren

Stelling:

Wiet moet helemaal legaal worden.

Maak opdracht 2 op blz 280 en 281 zelfstandig

Theorie 2: Verslaving

Aan genotmiddelen kun je verslaafd raken. Je spreekt van een verslaving als je niet meer zonder een bepaald middel kunt.

Als je verslaafd bent, voel je je onprettig als je het middel niet kunt gebruiken. Je kunt bijvoorbeeld onrustig worden, of gaan trillen of zweten. Ook heb je steeds meer van het middel nodig om hetzelfde effect te krijgen. Iemand die verslaafd is aan alcohol is misschien begonnen met een paar drankjes in het weekend, maar moet uiteindelijk elke dag alcohol drinken om zich goed te voelen.

Een verslaving heeft grote gevolgen, zowel voor je gezondheid als voor je leven. Op den duur raakt je lichaam uitgeput en kun je het contact met de mensen om je heen kwijtraken. Daarnaast kost een verslaving vaak veel geld en kun je erdoor in geldproblemen komen.

Theorie 2: Verslaving

Kenmerken van verslaving

• Je hebt een sterk verlangen naar het middel. Je hebt er steeds zin in en je gebruikt het meer dan je zou willen. Stoppen lukt niet, ook al merk je hoe slecht het voor je is.
  
• Je lichaam heeft steeds meer nodig van het middel. Je moet het vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken om het effect nog te voelen. En je krijgt last van ontwenningsverschijnselen als je niet gebruikt.
  
• Je raakt geïsoleerd. Het gaat niet goed op school, thuis of op je werk. Je hebt minder contact met vrienden en familie, en je stopt met hobby's.
  

Andere verslavingen

Je kunt niet alleen aan genotmiddelen, maar ook aan activiteiten verslaafd raken, zoals gokken of gamen. Zulke verslavingen kunnen net zo vervelende gevolgen hebben als een verslaving aan een genotmiddel.

Opdracht 3: Verslaving

Florian (22)

"Ik kwam voor het eerst in aanraking met drugs toen ik twaalf was. Samen met een oudere vriend experimenteerde ik met blowen. Later nam ik soms ook xtc. De eerste keer was een heel spannende ervaring, dus er volgden al snel een tweede en derde keer. Toen ik op mezelf ging wonen gebruikte ik soms wel drie keer per week xtc, soms ook speed en MDMA-kristallen."

"Ik verwaarloosde mezelf en was vervreemd van mijn familie. Toen ik dit op mijn negentiende besefte, kapte ik in één keer met alles. En al snel daarna belandde ik in mijn eerste psychose."

Maak opdracht 3 zelfstandig. Daarna volgt een klassengesprek.

• Heb ik geleerd wat genotmiddelen zijn;
• Heb ik geleerd welke regels er in Nederland zijn over genotmiddelen;
• Heb ik geleerd hoe je verslaving kunt herkennen.

lesdoelen

Aan het einde van les heb ik:

•  Samengewerkt met een klasgenoot;
• Onderzoek gedaan naar de gevaren van drugs.