Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1
This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
5.5
Extra oefenen
Isoleren
Slide 1 - Slide
isolatie
Slide 2 - Slide
Isolatie
Isolatie is het het tegenhouden van warmtetransport
Slide 3 - Slide
Isolatie
Buiten is het vaak kouder dan binnen. De warme lucht wil dus van binnen naar buiten.
Als je je huis goed isoleert heb je dus minder warmteverlies.
Slide 4 - Slide
Isolatie kan warmte binnen houden.
Of warmte buiten houden.
Slide 5 - Slide
Isolatie
Isolatiemateriaal bestaat uit kleine lagen materiaal met lucht ertussen. Stilstaande lucht is de beste isolator
Slide 6 - Slide
Isolatie
Isoleren zorgt ervoor dat je warmte binnen houdt
Isoleren tegen staling: witte muren, glanzende folie Isoleren tegen stroming: lucht opsluiten, tochtstrips
Isoleren tegen geleiding: isolatieplaten, kunststof ipv metaal
Slide 7 - Slide
Manieren van Isolatie
Het tegengaan van warmtetransport van warm naar koud
Isolatie voor Stroming: Deur/raam dicht
Isolatie voor Straling: straling terugkaatsen
Isolatie voor Geleiding: Isolerend materiaal er tussen zetten
Slide 8 - Slide
Isolatie tegen straling
Straling gaat door glas heen.
Straling wordt teruggekaatst door glimmende materialen en piepschuim.
Slide 9 - Slide
Andere opties:
- Dubbelglas (met soms een reflecterende laag tegen straling)
- Isolatie in de spouw (ruimte tussen dubbele muren)
<< Reflecterende folie op de muren om infrarode straling binnen te houden
Slide 10 - Slide
Isolatie tegen geleiding
Geleiding kun je tegengaan door slecht geleidende materialen te gebruiken.
Bijvoorbeeld bij kozijnen van kunststof of hout, glaswol of dubbele beglazing.
Bij de laatste twee isoleert de stilstaande lucht.
Slide 11 - Slide
Isolatie tegen stroming
Stroming kun je tegengaan door vloeistoffen of gassen niet te laten stromen.
Dat kan door dichte ruimtes te maken.
Slide 12 - Slide
Een goed geïsoleerd huis blijft ’s winters warmer dan een slecht geïsoleerd huis.
Hoe komt dat?
A
Het isolatiemateriaal belemmert het transport van kou.
B
Het isolatiemateriaal belemmert het transport van warmte.
C
Het isolatiemateriaal houdt kou beter tegen dan warmte.
D
Het isolatiemateriaal houdt warmte beter tegen dan kou.
Slide 13 - Quiz
Isolatiemateriaal moet transport van warmte zo veel mogelijk verhinderen.
Met welk materiaal kun je warmteverlies door een spouwmuur goed tegengaan?
A
aluminiumfolie op de binnenmuur aanbrengen
B
aluminiumfolie op de buitenmuur aanbrengen
C
de spouw vullen met cement
D
een glaswoldeken in de spouw aanbrengen
Slide 14 - Quiz
Onder laminaat wordt een ondervloer gelegd voor isolatie, welke vorm van warmtetransport wordt tegengegaan?
A
Geleiding
B
Straling
C
Stroming
Slide 15 - Quiz
Hoe heet het stuk tussen twee muren?
A
isolatie
B
isolatiemateriaal
C
spouw
D
argon
Slide 16 - Quiz
H4.3: Isolatie
Warmte lucht stijgt op
De verwarming verwarmt de lucht
Koude lucht gaat terug naar verwarming
Bovenin koelt de lucht af en daalt het weer
Slide 17 - Drag question
Waarom verdwijnt er door dubbelglas minder warmte naar buiten?
A
Omdat er isolatiemateriaal tussen zit.
B
Omdat er een laagje lucht tussen zit.
C
Omdat er warmte tussen het glas stroomt.
D
Omdat meer glas minder goed warmte geleidt.
Slide 18 - Quiz
1. Met isolatiemateriaal kun je een woning verwarmen. 2. In een dikke winterjas blijft een sneeuwpop langer staan. 3. In dubbel glas stroomt lucht tussen de twee glaslagen. Welke opmerking is waar?
A
Opmerking 1
B
Opmerking 2
C
Opmerking 3
D
Ze zijn allemaal niet waar
Slide 19 - Quiz
Waarmee zorgen we dat er minder warmte ontsnapt uit ons huis?
A
een trui aantrekken
B
de kachel hoger zetten
C
isolatiemateriaal tussen de muren aanbrengen
D
gymnastiekoefeningen doen
Slide 20 - Quiz
Wat helpt NIET bij het isoleren van een huis.
A
Dubbelglas
B
Muur isolatie
C
Vloerverwarming
D
Dak isolatie
Slide 21 - Quiz
Waarom is isolatie belangrijk?
A
Om warmte altijd binnen te houden
B
Om warmte altijd buiten te houden
C
Om warmte binnen of buiten te houden
D
Om warmte te verspreiden
Slide 22 - Quiz
Aarding
Isolatie
Scheidings-
transformator
Aardlekschakelaar
Kortsluiting
Bij bijv. wasmachine. Als de kast onder spanning staat, gaat er via de aarde draad stroom lopen, waardoor de aardlekschakelaaruit slaat.
zorgt ervoor dat je niet bij het geleidende gedeelte komt.
Vooral bij scheren in badkamer gebruikt. Als je 1 pool pakt, loop je nog geen gevaar. Pas als je beide polen pakt, loop je gevaar.
Zodra er een lekstroom is, groter dan 30 mA schakelt de spanning uit (via een relais op de fasedraad).
Door bijvoorbeeld schade aan de draden, kan de stroom direct van plus naar minpool gaan; te grote stroom.
Slide 23 - Drag question
Je hebt een gat inde muur en wilt dat dichten, zodat er minder warmte verloren gaat. Je hebt verschillende materialen ter beschikking.