Maak vragen van de leerdoelen en beantwoord de vragen m.b.v. de tekst in je boek
1 Je kunt het verschil tussen het verleden en de geschiedenis uitleggen.
Wat is het verschil tussen het verleden en de geschiedenis
2 Je weet met welke zaken je rekening moet houden als je bronnen gebruikt.
Waar moet ik rekening....?
3 Je kent de namen en de jaartallen van de vijf historische periodes en de tien tijdvakken.
Welke vijf ...?
4 Je kunt met voorbeelden uitleggen wat wordt bedoeld met gebeurtenissen, ontwikkelingen, verschijnselen en kenmerkende aspecten.
Wat wordt er bedoeld met...?
5 Je begrijpt waarom geschiedenis relevant is voor jou en voor de samenleving waarvan je deel uitmaakt.
Waarom....?