Signaleren en Observeren thema 5 herhaling

Herhaling MW
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Herhaling MW

Slide 1 - Slide

Hoe gaat het met je?
A
B
C
D

Slide 2 - Quiz

Wat is ......?

Objectief - Subjectief

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wat is observeren? 
Observeren = het waarnemen van een persoon en het beschrijven van wat je ziet. 

  • Wanneer je observeert doe je dit doelgericht en volgens een bepaalde methode
  • Je formuleert dus altijd vooraf het doel van je observatie
  • Je beschrijft wie, wat, waar en wanneer je gaat observeren 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Objectief en subjectief observeren
-> Wanneer je observeert, is het van belang dat je niet interpreteer. Je blijft dus zo objectief mogelijk

-> Bij objectief observeren mag je je niet laten beïnvloeden door je eigen mening, ervaring, betrokkenheid (dit noem je subjectief)

DUS; 
Objectief: op feiten gebaseerd
Subjectief: op eigen mening gebaseerd 

Slide 7 - Slide

Even oefenen..
Zijn de volgende zinnen objectief of subjectief?

  1.  Zij was erg slordig gekleed.
  2. Het meisje komt de winkel binnen en loopt naar de winterjas
  3. Toen het Joost voor de derde keer niet lukte, gooide hij de puzzel op de grond
  4. Die lamp is waanzinnig duur
  5. De jongen kijkt op zijn horloge
timer
5:00

Slide 8 - Slide

Hoe beschrijf je emoties?
Zo concreet mogelijk.

Slide 9 - Slide

Met je eigen observatie aan de slag
Bespreek in een groepje van maximaal 4 personen of/wanneer je thuis bewust of onbewust hebt geobserveerd.
Schrijf in kernwoorden op het papier en bespreek de situatie in het groepje. 
timer
8:00

Slide 10 - Slide

Wat heb je nodig voor een goede observatie? 

  1.  Geen haast, hoofd leeg
  2.  Kijk als een ander denkt dat je niet kijkt
  3.  Observeer meerdere keren in verschillende situaties
  4.  Bedenk/ bespreek jouw interpretatie

Slide 11 - Slide

Stappenplan
  1. de aanleiding voor de observatie;
  2. wie je observeert en met welk doel, en de vraagstelling;
  3. Inventariseer het concrete gedrag;
  4. bepaal de observatiecategorieën;
  5. Kies de observatie methode en bepaal de werkwijze;
  6. Bepaal de plaats, situatie, data, tijdstippen en uitvoerders van de observatie
  7. beschrijf de algemene gegevens







Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Stellingen/ over de streep
1. Observatie is belangrijker dan communicatie in de ouderenzorg
2. Het gebruik van standaard observatieformulieren leidt tot betere zorg voor cliënten
3. Observaties door verzorgenden zijn betrouwbaarder dan zelfrapportage door cliënten
4. Bij observatie in de gehandicaptenzorg is kennis van de specifieke beperking van de cliënt essentieel
5. Het observeren van sociale interacties is net zo belangrijk als het observeren van fysieke gezondheid
6. Technologische hulpmiddelen zoals sensoren en camera's kunnen de observatie van cliënten verbeteren
7. Observatie moet altijd discreet en onopvallend gebeuren om de privacy van de cliënt te waarborgen

Slide 14 - Slide

Stellingen vervolg
8. Regelmatige observatie voorkomt escalatie van gezondheidsproblemen bij ouderen en mensen met een beperking
9. Verzorgenden moeten voornamelijk objectieve gegevens noteren en hun persoonlijke interpretaties vermijden tijdens observatie

Slide 15 - Slide

Opdracht
Zoek samen met jouw groepje naar een technologisch hulpmiddel die ondersteunend kan zijn bij het observeren van cliënten. Presenteer dit kort voor de gehele groep

Slide 16 - Slide

Google?
Digitaal ziekenhuis

Slide 17 - Slide

App voor blinden
GPS tracker

Slide 18 - Slide

SMART watch
Disney

Slide 19 - Slide

Toekomst of nu?

Slide 20 - Slide

Evaluatie: wat vond je van deze les?
Leerzaam
Onnodig
Interessant
Totaal niet interessant
Moeilijke stof
Makkelijke stof

Slide 21 - Poll