H4.4 Hoe maak je winst?

H4.4 Leerdoelen

  • Ik kan uitleggen wat een ondernemer is.
  • Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief produceren.
  • Ik kan uitleggen wat omzet is en de omzet berekenen.
  • Ik kan winst berekenen.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H4.4 Leerdoelen

  • Ik kan uitleggen wat een ondernemer is.
  • Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief produceren.
  • Ik kan uitleggen wat omzet is en de omzet berekenen.
  • Ik kan winst berekenen.

Slide 1 - Slide

H4.4 Hoe maak je winst?

Slide 2 - Slide

Ondernemer of werknemer?
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat een ondernemer is.

Slide 3 - Slide

Productie

Het maken van goederen en het leveren van diensten.


Produceren



Slide 4 - Slide

Mens of machine?

Er zijn ondernemers die vooral met hun handen werken, zoals een kapper of een fietsenmaker. Zij hebben weinig aan mechanisering, automatisering of robotisering. Hun productie is arbeidsintensief.

Andere ondernemers produceren meer met machines en apparaten. Zij investeren veel in kapitaalgoederen, die productie noemen we kapitaalintensief.
.
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen arbeidsintensief en kapitaalintensief produceren.

Slide 5 - Slide

Een docent doet voornamelijk
A
Kapitaalintensief werk
B
Arbeidsintensief werk
C
Bijzonder goed werk

Slide 6 - Quiz

Een fabriek is voornamelijk
A
Kapitaalintensief werk
B
Arbeidsintensief werk
C
Productie intensief

Slide 7 - Quiz

Werken in de zorg is voornamelijk
A
Kapitaalintensief werk
B
Arbeidsintensief werk

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Nu zelf maken!
H4.4
 blz  128 t/m 130 opdr 1 t/m 6


Zelfstandig aan de slag.
Heb je een vraag? Steek je hand op!
timer
10:00

Slide 10 - Slide

Burgertent!
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat omzet is en de omzet berekenen.

Slide 11 - Slide

Hoeveel komt er binnen?
Het aantal producten dat je met jouw bedrijf verkoopt, noem je de afzet (a = aantal)

Het totaalbedrag dat je ontvangt door producten te verkopen is de omzet of verkoopopbrengst. 
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat omzet is en de omzet berekenen.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Winst berekenen
Als er na het betalen van alle kosten geld overblijft, is er winst.

De kosten kunnen ook hoger zijn dan de omzet. Dan is er geen winst, maar
verlies.


Leerdoel: Ik kan winst berekenen.

Slide 14 - Slide

Nu zelf maken!
H4.4
 blz  128 t/m 130 opdr 1 t/m 6
blz 131 t/m 133  opdr. 7 t/m 15

Zelfstandig aan de slag.
Heb je een vraag? Steek je hand op!
timer
10:00

Slide 15 - Slide