Laatste les voor toets - 1HVG

Tijd van jagers & boeren
1 / 13
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Tijd van jagers & boeren

Slide 1 - Slide

De evolutietheorie is een voorbeeld van wetenschap, leg dit uit.

Slide 2 - Open question

Is het scheppingsverhaal een voorbeeld van wetenschap? Leg je antwoord uit.

Slide 3 - Open question

Continuïteit betekent in de geschiedenis
A
Er verandert iets binnen een hele lange periode
B
Er verandert niets binnen een lange periode
C
Er verandert iets binnen een hele korte periode
D
Er verandert niets binnen een hele korte periode.

Slide 4 - Quiz

Welke zin gaat over continuïteit bij de jagers en boeren?
A
Ze gingen maakten nog steeds gebruik van verzamelen
B
Ze maakten nog steeds gebruik van veeteelt
C
Er is geen sprake van continuïteit
D
De boeren bouwden nog steeds dezelfde tenten

Slide 5 - Quiz

Wat past NIET bij 'de levenswijze van jagers en verzamelaars'?
A
ze leefden van de jacht
B
zij leefde in kleine groepen
C
zij waren nomadisch
D
zij hadden sociale verschillen

Slide 6 - Quiz

Wat is GEEN oorzaak voor het ontstaan van landbouw
A
De aanwezigheid van wilde granen
B
De jaarlijkse overstroming van de Nijl
C
Het kouder worden in het Midden-Oosten
D
De aanwezigheid van dieren voor vee

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

De vorige afbeelding was van een prehistorische hak, te gebruiken als ploeg. Gevonden in Nederland. Geeft deze ongeschreven bron bewijs dat de landbouwrevolutie in Nederland plaats heeft gevonden?

Slide 9 - Open question

Waarom weten we zo weinig over de mensen die in de prehistorie leefden?

Slide 10 - Open question

Jagers en 
verzamelaars
Boeren

Slide 11 - Drag question

Jagers of boeren?
Jagers
Boeren

Slide 12 - Drag question

Uitspraak 2: jager-verzamelaars lieten ongeschreven bronnen achter, de eerste boeren lieten geschreven bronnen achter.
2. Hieronder staan twee uitspraken over boeren en jager-verzamelaars.
=> Geef bij elke uitspraak aan of deze juist of onjuist is. 
Uitspraak 1: boeren waren nomaden.
juist
juist
onjuist
onjuist

Slide 13 - Drag question