This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Spelling
Hoofdstuk 6
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Lesdoel: je weet welke woorden je aan elkaar moet schrijven en je kan de theorie over werkwoordspelling goed toepassen
- Opdr. 1 t/m 3 Spelling H6 nakijken
- Voorbeelden
- Uitleg theorie
- Opdrachten samenstellingen maken
- Opdr. 4 Spelling H6 maken
- Terugblik
- Opdr. 6 en 8 Spelling H6 maken
Slide 2 - Slide
Woord van de week. Wat betekent het 'humanitaire corridors'?
Slide 3 - Open question
Huiswerk nakijken
Klassikaal
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Aan elkaar of los?
In het Nederlands schrijven we woorden aan elkaar -> samenstellingen
Woorden worden aan elkaar geschreven als het één ding is: politiebureau, laptoptas, eikenprocessierups
Slide 8 - Slide
Aan elkaar of los? Bagger werkzaam heden
Slide 9 - Open question
Aan elkaar of los? Buitengebruik
Slide 10 - Open question
Welk woord is fout gespeld?
A
filter en pomp
B
afdekzeil
C
op gestaan
D
opgehaald
Slide 11 - Quiz
Wat is de juiste schrijfwijze? Rode bieten plakken
Slide 12 - Open question
Wat is de juiste schrijfwijze? Zelfopblaas baarmatras
Slide 13 - Open question
Hoeveel spaties moeten weggehaald en toegevoegd worden?
A
drie weghalen, twee toevoegen
B
vier weghalen, één toevoegen
C
drie weghalen, één toevoegen
D
vier weghalen, twee toevoegen
Slide 14 - Quiz
Wat is de juiste schrijfwijze? Explosieve opruimingsdienst
Slide 15 - Open question
Opdr. 4 Spelling H6 maken
- Blz. 201
- In je schrift
- In tweetallen
- 5 min
- Daarna bespreken
Slide 16 - Slide
Welke werkwoordsvormen zijn er?
Slide 17 - Mind map
Noteer de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes: Hij (vermoeden) dat hij de door hem (uitzoeken) boeken straks binnen een paar (verhandelen) op de boekenmarkt.
Slide 18 - Open question
Noteer de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes: Het misverstand tussen de altijd (kibbelen) zusjes (ontaarden) zojuist in een felle ruzie.
Slide 19 - Open question
Noteer de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes: De voorzitter (bestuderen) op dit moment de stukken nog en de vergadering is daarom een uur (uitstellen).
Slide 20 - Open question
Opdr. 6 en 8 Spelling H6 maken
Blz. 202-203
In groepjes (ik deel ze in)
10 min
Daarna bespreken: elk groepje presenteert een aantal antwoorden