Nieuw begrip: arbeidsproductiviteit (lees dit ook in H6!)
En: een toetsje om je kennis te testen
(optioneel: 2 filmpjes die de begrippen verder uitleggen)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
In deze les
Terugblik: vraag & aanbod van arbeid
Nieuw begrip: arbeidsproductiviteit (lees dit ook in H6!)
En: een toetsje om je kennis te testen
(optioneel: 2 filmpjes die de begrippen verder uitleggen)
Slide 1 - Slide
Mensen die bij de beroepsbevolking horen hebben een betaalde baan of zijn op zoek naar een betaalde baan. Deze mensen bieden hun arbeid aan. De beroepsbevolking is dus het aanbod van arbeid.
Arbeidsmarkt is het totaal van vraag en aanbod naar arbeid.
Als de vraag naar arbeid groot is en het aanbod klein: er is een krappe arbeidsmarkt en weinig werkloosheid.
Als de vraag naar arbeid klein is en het aanbod groot: er is een ruime arbeidsmarkt en veel werkloosheid.
Bedrijven & overheid zijn op zoek naar personeel. Zij vragen arbeid.
Slide 2 - Slide
Aanbod van arbeid: alle werknemers (werkenden en werklozen) en tussen 15 jr en pensioenleeftijd die WILLEN EN KUNNEN werken
Onthoud: Qa = aanbod!
Bij elkaar opgeteld in een land = de beroepsbevolking
Slide 3 - Slide
Aanbod van arbeid: alle werknemers (werkenden en werklozen) en tussen 15 jr en pensioenleeftijd die WILLEN EN KUNNEN werken
Onthoud: Qa = aanbod!
Bij elkaar opgeteld in een land = de beroepsbevolking
Slide 4 - Slide
Vraag naar arbeid: alle bezette en onbezette arbeidsplaatsen bij bedrijven en overheid
Werkende zelfstandigen en werknemers zijn samen de werkgelegenheid.
Vacatures zijn banen waar werkgevers geen werknemers voor gevonden hebben.
Vraag naar arbeid: alle bezette arbeidsplaatsen en onbezette arbeidsplaatsen (vacatures) bij werkgevers (bedrijven en overheid)
Bij elkaar opgeteld in een land= de werkgelegenheid
Onthoud: Qv = vraag!
Vacatures zijn onbezette arbeidsplaatsen. Werkgevers zoeken daar (nog) mensen voor!
Slide 5 - Slide
Cijfers van de (beroeps)bevolking in Nederland begin 2020
werkloosheidspercentage??
302.000/9.300.000 x 100= 3,25%
Slide 6 - Slide
LET OP!:
Als we het hebben over het werkloosheidpercentage dan is dat het percentage van de beroepsbevolking!
Slide 7 - Slide
Qv= -1,5P + 60 en Qa= 4P - 39
(Q = x1000 en P= uurloon in euro's)
Evenwichtsloon en evenwichtshoeveelheid??
Qv = Qa
-1,5L+60=4L-39
-5,5L=-99
5,5L=99
L=99/5,5 L=18 --> €18 per uur
invullen in Qv: (-1,5x18)+60= 33 --> 33.000 personen
kan ook ingevuld in Qa: (4x18)-39= 33 --> 33.000 personen
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Arbeidsproductiviteit
Slide 10 - Slide
Neemt de arbeidsproductiviteit toe of af wanneer er sprake is van mechanisatie of automatisering
A
arbeidsproductiviteit neemt af
B
arbeidsproductiviteit neemt toe
Slide 11 - Quiz
Arbeidsproductiviteit neemt toe door goede scholing.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
Er is een slechte aardappeloogst. Wat is een logisch gevolg?
A
De vraag neemt toe
B
De vraag neemt af
C
De aanbodprijs neemt toe
D
We gaan meer ijsjes eten
Slide 13 - Quiz
Als de vraag naar goud toeneemt..
A
Verschuift de vraaglijn naar links
B
Verschuift de vraaglijn naar rechts
Slide 14 - Quiz
De beroepsbevolking is 15 miljoen. Het aantal werklozen is 2,7 miljoen. Wat is het werkloosheidspercentage? Laat berekening zien!
Slide 15 - Open question
Qa = 400P - 500 en Qv = -200P + 1000. Wat is de evenwichtshoeveelheid?