Lundi, le 29 juin

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Bonjour!

Lundi, le 29 juin

Prends tes livres et ton iPad. On va commencer!

Aujourd'hui

• Uitleg Bron H: Voorzetsels bij landen en plaatsen
• Huiswerk

Bron H: Voorzetsel bij landen en plaatsen

In het Frans staat er altijd een lidwoord of een voorzetsel bij een aardrijkskundige naam.

Uitleg Bron H: Lidwoorden

• Net als ieder zelfstandig naamwoord, krijgt ook iedere aardrijkskundige naam een lidwoord.
• Iedere aardrijkskundige naam is dus mannelijk, vrouwlijk of staat in het meervoud.

Voorbeelden

Marokko

Canada

Japan

Denemarken

Mannelijk

le Maroc 

le Canada 

le Japon

le Danemark

Voorbeelden

Holland

Frankrijk

België

Duitsland

Engeland

Vrouwlijk

la Hollande

la France

la Belgique

l'Allemagne

l'Angleterre

Zie je een overeenkomst?

Voorbeelden

Verenigde Staten

Nederland

Meervoud

les États-Unis

les Pays-Bas

Uitleg Bron H: Lidwoorden

• Alle landennamen die eindigen op een -E zijn dus vrouwlijk.
• Alle landennamen die eindigen op een -S zijn dus meervoud.
• Alle andere landennamen zijn dus mannelijk

• Je gebruikt het lidwoord als je het over het land hebt.

Uitleg Bron H: Voorzetsels

• Ga je naar een land toe of ben je in het land, dan gebruik je naast het lidwoord ook het voorzetsel à
• Deze combineer je met het lidwoord dat bij de landdennaam hoort. Dit leidt tot de volgende combinaties:

à +

+ le

+ les

Het voorzetsel bij de vrouwlijke landennamen 

= : 

= au 

= aux

= en

Voorbeelden

in/naar Marokko

in/naar Canada

in/naar Japan

in/naar Denemarken

Mannelijk

au Maroc 

au Canada 

au Japon

au Danemark

Voorbeelden

in/naar Holland

in/naar Frankrijk

in/naar België

in/naar Duitsland

in/naar Engeland

Vrouwlijk

en Hollande

en France

en Belgique

en Allemagne

en Angleterre

Voorbeelden

in/naar Verenigde Staten

in/naar Nederland

Meervoud

aux États-Unis

aux Pays-Bas

Uitleg Bron H: Voorzetsels

Voor een plaatsnaam zet je altijd het voorzetsel à:

• à Zeewolde
• à Harderwijk
• à Amsterdam
• à Paris 
  

Huiswerk

mardi 30 juin

Fais: exercice 30B + C + D + 31A + B